Het immunsysteem en het lymfevatenstelsel

Het immunsysteem en het lymfevatenstelsel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het immunsysteem en het lymfevatenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
inleveren verslag
uitleg basisstof 7: het immuunsysteem
uitleg basisstof 9: weefselvloeistof en lymfe
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Hoe beschermt het lichaam tegen ziekteverwekkers?

Slide 3 - Tekstslide

Bescherming tegen ziekteverwekkers
- de huid voorkomt dat ziekteverwekkers binnenkomen
- slijmvliezen voorkomen dat ziekteverwekkers binnenkomen
- als ziekteverwekkers toch binnenkomen komt het immuunsysteem in actie

Slide 4 - Tekstslide

antistoffen
- een bepaald type wite bloedcel herkent het antigen: een stukje van de ziekteverwekker
- een ander type witte bloedcel gaat antistoffen maken die zich vastzetten op deziekteverwekker
- weer een ander type witte bloedcel
maakt de ziekteverwekker
onschadelijk

Slide 5 - Tekstslide

Immuniteit
- Witte bloedcellen onthouden hoe een bepaald antigen eruit zag
- Het lichaam kan daarom sneller
antistoffen maken
- je wordt dan niet meer ziek; je ben
immuun

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Kuntsmatige immuniteit
- met een vaccin worden onschadelijk gemaakte antigenen in het bloed ingebracht
- Het lichaam gaat antistoffen maken
- Als je in aanraking komt met de echte ziekteverwekkers kunnen de witte bloedcellen gelijk nieuwe antistoffen maken

Slide 8 - Tekstslide

Aantekening - schrijf op
- Natuurlijke immuniteit -
Ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen; witte bloedlichaampjes maken er zoveel mogelijk onschadelijk door fagocytose (afb 9), andere witte bloedlichaampjes maken antistoffen specifiek tegen deze ziekteverwekker (afb 46) en maken de rest onschadelijk. Deze laatste onthouden hoe deze ziekteverwekker eruit ziet, dit noemen we een blauwdruk
- kunstmatige immuniteit -
Een injectie van onschadelijk gemaakte ziekteverwekkers wordt ingebracht (een vaccin), witte bloedlichaampjes reageren en maken een blauwdruk. Daardoor worden bij een volgende infectie antistoffen sneller aangemaakt en wordt je dus minder snel ziek. Je ben immuun
Er kan ook een serum ingespoten worden met antistoffen erin, dit werkt als medicijn; je maakt geen blauwdruk en bent daarna dus niet immuun.

Slide 9 - Tekstslide

Weefselvloeistof
Wat gebeurt er in de haarvaten met het bloed?

Slide 10 - Tekstslide

weefselvloeistof
- Door de bloeddruk wordt vloeistof uit de
haarvaten geperst
- Het vocht beweegt tussen de cellen van
organen en heet nu weefselvloeistof
- Zuurstof en voedingsstoffen worden afgegeven, koolstofdioxide en afvalstoffen worden opgenomen door het weefselvloeistof
- De vloeistof komt weer terug naar de haarvaten of gaat naar de lymfevaten
- De vloeistof in de lymfevaten heet lymfe

Slide 11 - Tekstslide

Lymfevaten
- voeren lymfe weg van de organen
- weinig druk, er is immers geen hart om voor druk te zorgen
- bevat veel kleppen

Slide 12 - Tekstslide

Lymfevatenstelsel
Lymfevaten vloeien samen en komen
uit in de rechterlymfestam en de
borstbuis. Vandaar gaat de vloeistof
naar aders die onder het
sleutelbeen liggen

Slide 13 - Tekstslide

Lymfeknopen
Lymfeknopen controleren het
bloed op ziekteverwekkers. Als
ze een lichaamsvreemde stof
tegenkomen worden de witte
bloedcellen die nodig zijn
aangemaakt. De lymfeknoop raakt
dan gezwollen

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 2 oktober
Leer basisstof 6 en 7
Maak opdracht 27 t/m 33. 27 in het werkboek

Donderdag 4 oktober
Leer basisstof 9
Maak opdracht 38

Slide 16 - Tekstslide