Paragraaf 2.2 (1bk)

Paragraaf 2.2
De plaats op aarde en de temperatuur
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.2
De plaats op aarde en de temperatuur

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Leerdoelen 2.2
Uitleg 2.2 met filmpje
Leerdoelen 2.2 controleren

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 2.2
Je kunt aan het einde van de les uitleggen hoe dag en nacht zijn ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Aardas
De denkbeeldige lijn dwars door de aarde tussen de Noordpool en de Zuidpool.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heet de denkbeeldige lijn dwars door de aarde tussen de Noordpool en de Zuidpool?
A
De globe
B
De aardas
C
De lengtegraad
D
De evenaar

Slide 5 - Quizvraag

Als het in Nederland dag is, dan is het aan de andere kant van de wereld:
A
Dag
B
Nacht

Slide 6 - Quizvraag

Vul aan: dag en nacht zijn ontstaan doordat:

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen 2.2
Je kunt aan het einde van de les uitleggen waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.

Slide 8 - Tekstslide

Atmosfeer of dampkring
Atmosfeer (dampkring) is de luchtlaag rondom de aarde.

Slide 9 - Tekstslide


Evenaar

Noordpool

Slide 10 - Sleepvraag

Op welke plek op aarde is het warmer?
A
De evenaar
B
De polen

Slide 11 - Quizvraag

Vul aan: Bij de evenaar is het warmer dan bij de polen, omdat

Slide 12 - Open vraag

Leerdoelen 2.2
Je kunt aan het einde van de les uitleggen hoe de seizoenen zijn ontstaan.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

In hoeveel tijd draait de aarde om de zon?
A
1 dag
B
1 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Vul in: De seizoenen zijn ontstaan, doordat de aarde om ... draait.

Slide 16 - Open vraag

Leerdoelen 2.2
Je kunt aan het einde van de les het verschil tussen weer en klimaat uitleggen.

Slide 17 - Tekstslide

Weer en klimaat
Weer is de toestand in de atmosfeer (temperatuur, neerslag, wind en zonneschijn) op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.

Klimaat is het gemiddelde weer (temperatuur en neerslag) van een groot gebied gemeten over dertig jaar.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Over welke tijd wordt het klimaat gemeten?
A
Een bepaald moment
B
Dertig jaar

Slide 21 - Quizvraag

Over welk gebied wordt het weer gemeten?
A
Een bepaalde plaats
B
Een groot gebied

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 23 - Open vraag

Huiswerk
Opdrachten 2.2

Slide 24 - Tekstslide