4.4 Revolutie in Frankrijk

4.3 + 4.4 Franse Revolutie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 + 4.4 Franse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
-Je kunt uitleggen hoe de standensamenleving in elkaar zit
-Je kunt uitleggen hoe de problemen en onvrede in Frankrijk uiteindelijk zorgen voor de bestorming van de Bastille
-Je kunt uitleggen welke invloed de Verlichting had op het uitbreken van de Franse Revolutie

Slide 2 - Tekstslide

Problemen en onvrede
1. Ongelijkheid door de standensamenleving:
alleen de derde stand betaalt belasting
2. Financiële problemen: oorlogen van Lodewijk XIV, feesten, leningen
3. Misoogsten: hongersnood en stijgende broodprijs
4. Verlichting: groeiende kritiek op absolutisme

Slide 3 - Tekstslide

Lege schatkist
  • De oorlogen die Lodewijk XVI voerde zorgden ervoor dat de staatsschuld opliep
  • Zijn vrouw, Marie Antoinette, werd symbool van geldverspilling
  • In 1789 werd voor het eerst in 175 jaar weer de Staten-Generaal (standenvergadering) bijeengeroepen om afspraken te maken over (verhoging) de belastingen

Slide 4 - Tekstslide

Vergadering van de Staten-Generaal

  • Er ontstond ruzie over de manier waarop gestemd werd in de Staten Generaal (niet hoofdelijk, maar per stand)
  • De derde stand scheidde zich af en vormde zelf een vergadering:
    de Nationale Vergadering
  • Eed op de Kaatsbaan: niet uit elkaar voordat er een grondwet is

Slide 5 - Tekstslide

Revolutie
  • Op 14 juli 1789 bestormde een menigte de staatsgevangenis (Bastille). De revolutie was begonnen!
  • Overal ontstond opstand tegen de adel en geestelijken. De feodale voorrechten werden afgeschaft. In de 'verklaring van de rechten van de mens en de burger'  werd opgenomen dat mensen vrij en gelijk waren

Slide 6 - Tekstslide

Van een constitutionele monarchie naar Republiek
  • 1791 grondwet : koning moet wetten uitvoeren die het Parlement (volksvertegenwoordiging) maakt
  • 1792: Lodwijk XVI gevangen gezet wegens landverraad
  • Na de nieuwe verkiezingen kregen de radicalen de macht. De monarchie werd afgeschaft en de koning onthoofd onder de guillotine.

Slide 7 - Tekstslide

Terreur
  • Radicalen gingen na 1793 fanatiek speuren naar verraders en 'vijanden van de revolutie'
  • Leider Robespierre stelde een schrikbewind in
  • Duizenden tegenstanders verloren het leven onder de guillotine.
  • In 1794 raakten de radicalen de macht kwijt en kwam er een nieuwe grondwet met minder macht voor het volk.

Slide 8 - Tekstslide

Eind van de revolutie!
In 1799 trok generaal Napoleon Bonaparte alle macht naar zich toe. Met zijn staatsgreep eindigde de Franse Revolutie

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer begon de Franse Revolutie?
A
1776
B
1783
C
1789
D
1793

Slide 10 - Quizvraag

Waarmee begon op 14 juli 1789 de Franse Revolutie?

Slide 11 - Open vraag

Uit welke 2 groepen mensen bestond de derde stand voornamelijk?

Slide 12 - Open vraag

Sinds wanneer had de koning in Frankrijk de Staten-Generaal niet meer bij elkaar geroepen?
A
1614
B
1640
C
1714
D
1740

Slide 13 - Quizvraag

Waarom riep Lodewijk XVI in 1789 de Staten-Generaal weer bijeen?

Slide 14 - Open vraag

Wanneer werd de monarchie in Frankrijk afgeschaft?
A
1789
B
1791
C
1792
D
1794

Slide 15 - Quizvraag

Welke groep binnen de derde stand was radicaal en wilde een eind aan de monarchie?
A
Jacobijnen
B
Girondijnen
C
Filistijnen
D
Gurubijnen

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer stierf Lodewijk XVI onder de guillotine?
A
1789
B
1792
C
1793
D
1794

Slide 17 - Quizvraag

Onder leiding van welk persoon uit de groep Jacobijnen ging Frankrijk een periode van terreur tegemoet?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer eindigde Napoleon met een staatsgreep de Franse Revolutie?
A
1796
B
1799
C
1800
D
1805

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video