Taalhumor

Taalhumor
't is maar om te lachen...
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalhumor
't is maar om te lachen...

Slide 1 - Tekstslide

Soorten humor
Taalhumor
  • speelt met de betekenissen van woorden (homonymie, letterlijk versus figuurlijke betekenis)
  • speelt met de uitspraak of klanken van woorden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Soorten humor
Ironie
Een tegenstelling tussen wat gezegd of getoond wordt 
  • en wat er eigenlijk bedoeld wordt (verbale ironie)
  • en de werkelijke situatie (situationele ironie)
  • en de pijnlijke context (dramatische ironie)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Soorten humor
Sarcasme
Het bewust gebruiken van ironie 
  • op een scherpere, hardere toon
  • om de spot te drijven met iemand
  • kan soms kwetsend overkomen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Soorten humor
Cynisme
Een (levens)houding 
  • waarbij je niet lijkt te geloven in een goede afloop
  • die wantrouwen uitdrukt tegenover anderen
  • die vaak voortvloeit uit frustratie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Soorten humor
Zwarte humor
  • lacht met onderwerpen die gevoelig of taboe zijn
  • is vaak provocerend

Slide 15 - Tekstslide

Welke onderwerpen
zijn taboe in comedy?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide


Wat vind je van dit soort humor?
A
Dit moet kunnen. Iedereen kan hier mee lachen.
B
Je past hier beter mee op. Dit kan kwetsend zijn.
C
Dit gaat voor mij te ver. Dit onderwerp is taboe.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide


Wat vind je van dit soort humor?
A
Dit moet kunnen. Iedereen kan hier mee lachen.
B
Je past hier beter mee op. Dit kan kwetsend zijn.
C
Dit gaat voor mij te ver. Dit onderwerp is taboe.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide


Wat vind je van dit soort humor?
A
Dit moet kunnen. Iedereen kan hier mee lachen.
B
Je past hier beter mee op. Dit kan kwetsend zijn.
C
Dit gaat voor mij te ver. Dit onderwerp is taboe.

Slide 22 - Quizvraag

Soorten humor
Parodie
  • kopieërt een origineel qua vorm of opzet
  • ofwel om te spotten met het origineel
  • ofwel om met iets anders te spotten 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Soorten humor
Situatiehumor
  • vloeit voort uit een komische situatie of gebeurtenis
  • specifieke vorm: leedvermaak (lachen met andermans pijn of ongeluk)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Soorten humor
Absurde humor
  • gaat in tegen alle logica

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Herhaling

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide


Welke soort
humor is dit?
A
Taalhumor
B
Situatiehumor
C
Zwarte humor
D
Absurde humor

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide


Welke soort
humor is dit?
A
Taalhumor
B
Situatiehumor
C
Zwarte humor
D
Absurde humor

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide


Welke soort
humor is dit?
A
Cynisme
B
Situatiehumor
C
Ironie
D
Absurde humor

Slide 37 - Quizvraag