Argumentatieleer
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De vijf bouwstenen voor goede argumentatie
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Hoe verliepen de spelletjes?
đđđđđ
Slide 8 - Poll
Hoe moeilijk vond je de oefeningen op een schaal van 1-10?
Slide 9 - Poll
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
Wat is het standpunt (+ argumenten)?
Slide 13 - Open vraag
0
Slide 14 - Video
Wat is het standpunt (+ argumenten)?
Slide 15 - Open vraag
0
Slide 16 - Video
Wat is het standpunt (+ argumenten)?
Slide 17 - Open vraag
0
Slide 18 - Video
Wat is het standpunt (+ argumenten)?
Slide 19 - Open vraag
0
Slide 20 - Video
Wat is het standpunt (+ argumenten)?
Slide 21 - Open vraag
Argument
Redenering
Het vermogen om logische verbanden te leggen, uitleggen hoe je tot een bepaald standpunt komt.
Dit gebruik je om je standpunt/mening te onderbouwen.
Trump zegt dat hij de meest populaire president ooit is, want bij zijn inhuldiging was de grootste menigte ooit aanwezig.
Maaike is 1 m 80.
Mijn broer is 1 m 90.
Mijn broer is langer dan Maaike.
