perfectum

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

In deze les...

1. Perfectum
   
2. Oefeningen perfectum

HERHALING

We kennen al drie tijden: 

INDICATIEF PRAESENS

INDICATIEF IMPERFECTUM

INDICATIEF FUTURUM SIMPLEX

ik 

jij

hij/zij

wij

jullie

zij 

-a

-ei

-t

-s

-tis

-eis

-i

-mus

-nt

-o

-us

-um

vergelijk

Iuppiter in terram specta-t.

Iuppiter in terram spectav-it.

Vergelijk:

Iuppiter in terram specta-t.

Iuppiter in terram spectav-it.

Het perfectum heeft een andere stam.

Het perfectum heeft een andere stam:

pr. stam + v        bij amare en audire

pr. stam -e + u  bij monere

maar: veel uitzonderingen -> zie WL

tegere, capere: zie WL

Van welke inf. komt fui?

1. ferre
2. esse
3. fugere
4. fieri

Van welke inf. is tuli?

1. esse
2. tangere
3. ferre
4. tulere

Van welke inf. is cecidi?

1. canere
2. currere
3. caedere
4. ire

het perfectum

amav-i

amav-isti

amav-it

amav-imus

amav-istis

amav-erunt

infinitief: amav-isse 

Nu jullie! Welke persoon en getal is vocavistis?

Nu jullie! Welke persoon is audiverunt?

Nu jullie! Welke persoon is timui?

perfectum

ik 

jij

hij/zij

wij

jullie

zij 

-it

-isti

-t

-s

-istis

-tis

-mus

-imus

-m

-nt

-erunt

-i

vertaling van het perfectum

als een voltooid tegenwoordige tijd (met 'hebben')

OF als een onvoltooid verleden tijd:

Voorbeeld:

Iuppiter in terram specta-v-it.

Jupiter heeft naar de aarde gekeken/keek naar de aarde.

Vertaal. Let goed op tijd en persoon!

1. vocas

2. audivimus

3. misimus

4. tenetis

5. mitto

6. tenuistis

7. vocavit

8. audiverunt

9. audiunt

10. misistis

1. jij roept
2. wij hoorden/hebben gehoord
3. wij stuurden/hebben gestuurd
4. jullie houden vast
5. ik stuur
6. jullie hielden vast/hebben vastgehouden
7. hij/zij riep/heeft geroepen
8. zij hoorden/hebben gehoord
9. zij horen
10. jullie stuurden/hebben gestuurd