Future - Les 3 week 7

HELLO!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HELLO!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TODAY
Welcome
Check homework
Grammar

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The next 3 slides contain the answers to yesterday's homework.
Check your answers.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 3:
  1. ringing
  2. playing
  3. describing
  4. touching
  5. sneezing
  6. smiling
  7. holding
  8. cooking
  9. getting
  10. telling
Exercise 4:
  1. coming
  2. blowing
  3. burning
  4. cheering
  5. melting
  6. getting
  7. cryin
  8. taking off

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 1:
  1. will fail
  2. will pass
  3. lazy
  4. worried
  5. yet
Exercise 7:
  1. look out
  2. read out
  3. find out
  4. go out
  5. try out
  6. take out

In lesson 4.2:
find out, read out & go out

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extension:
  1. go out
  2. find out
  3. read out
  4. try out
  5. look out

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The next slides will explain the 'future' to you.
Make notes on how to use this grammar tense.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The future
Je kunt de toekomst op 2 manieren aangeven:
  • am - are - is + going to + hele ww (to be)
  • I am going to run tonight. 
  • will + hele ww 
  • I will go to Africa someday.

blz 61 TB

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Going to = gaan
  • Iemand is iets van plan in de toekomst:
       I am going to buy a new spaceship.
       He is going to Utopia in 2020. 
       They are going to buy a new robot tomorrow.
       We are going to watch WALL-E tonight.  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Going to = gaan
  • Je doet een voorspelling met bewijs:
Look at those clouds! It is going to rain.
I had all my answers wrong. I am going to fail the test.

Wall-E is not going to Earth, his batteries are empty.
Are you going to Utopia today?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Will 
  • Om iets aan te bieden, beloftes, aankondigingen, besluiten
She will not buy a new robot. 
The race will start in a few minutes.
You will always be my best friend says WALL-E to EVE. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Will
  • Je doet een voorspelling zonder bewijs.
I think we will win the lottery tomorrow.
They will not be here on time.
You will win the first prize. 
She will visit Autopia someday.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shall
  • Je stelt een iets voor d.m.v. een vraag met I of we erin.
Shall I put the baby to bed?
Shall we go to the dance?
Shall we call it a day?
Shall I listen to ABBA?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do the exercises that follow.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke zin past hier het best? (Kijk naar de afbeelding!)
A
Look! It will rain soon.
B
Look! It is going to rain soon.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin past hier het best? (Het is zeker dat dit gebeurt.)
A
Trump will build a wall.
B
Trump is going to build a wall.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke zin past hier het best?
A
We're going to hit that horse!
B
We will hit that horse!

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hopefully, I ........ my grammar test.
A
am going to pass
B
will pass

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My bus is delayed.
I ...... too late at the airport.
A
am going to be
B
will be

Slide 20 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
The next slides contain examples of sentences with the future in it.
Click the questionmark '?' to find out about more rules.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The sea-level will rise 40 feet.
will
will is used for a prediction.
you THINK it will happen, but you're not sure.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The phone is ringing! "I will get it."
will
will is also used for a spontaneous decision.
you do NOT have to PLAN it.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I am going to buy a new car.
(to be) + going to
I AM GOING to buy a new car.
Use to be + going to for a PLANNED ACTION/ CERTAINTY

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He is going to fall.
(to be) + going to
He is going to fall.
You see it coming. Use (TO BE) + GOING TO if it is CERTAIN.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shall we dance?
shall
SHALL is used (instead of will) in combination with
WE or I.
Usually asking a question.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
WB p 40/41 ex 2, 3, 4, 5, 6, 7 & 8

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies