V1C 02-06 les 1

V1C - 2 juni
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

V1C - 2 juni

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • 15 minuten lezen
  • Deze week
  • Schrijfopdrachten oefenen 
  • Disk thema 11 Vrije tijd of herhalen Disk thema 1 tot en met 4 (Blooket)

Lesdoel:
Je oefent met schrijven voor de toets.


Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Vakantieschool
Wanneer: Van 4 tot 15 augustus van 9.00 tot 14.00 uur
Waar: Verlengde Schrans...
Wat: 's Morgens oefenen met taal en rekenen en 's middags leuke uitjes.
Docenten: mevrouw Amerens en meneer Tonny

Wie vindt dit leuk? 
Let op: Geef je je op, dan moet je ook iedere dag komen!


Slide 4 - Tekstslide

Deze week
  • Vandaag 2e uur: Bezoek jongerenwerk Amaryllis
  • Morgen: ISK-voetbaltoernooi
  • Volgende week maandag en dinsdag: Vrij!
  • Volgende week woensdag, donderdag en vrijdag: Toetsweek 

Slide 5 - Tekstslide

3 juni ISK-voetbaltoernooi 
Om 13.00 uur is de wedstrijd om de derde plaats. Daarna is de finale. 
Als je wil kijken, dan mag je morgen om 12.00 uur van school weg. 
Je meldt je uiterlijk om 13.00 uur op het voetbalveld.
Meld je je niet, dan haal je woensdag een uur in.

Als je niet naar het voetballen gaat kijken, dan heb je gewoon les. 


Slide 6 - Tekstslide

Bezoek Amaryllis
Wat: Klassengesprek
Wanneer: Vandaag het 2e uur
Waarom: Praten over hoe je goed met elkaar om kunt gaan.



Slide 7 - Tekstslide

Aanwezigheid
Spijbelen? Tijd inhalen. 
3 x te laat? 1 uur inhalen.

Slide 8 - Tekstslide

Schrijfopdrachten maken
Gebruik een woordenboek. De laptops zijn gesloten. 

Vragen? Kom naar mij toe.

Slide 9 - Tekstslide

A1: Opdracht 1
Je docent vraagt je om een korte tekst over je kamer te schrijven.


Opdracht:
Schrijf 5 tot 7 zinnen over je kamer.

Schrijf over:
• wat er in je kamer staat (tafel, bed, kast, enz.);
• welke kleuren je in je kamer ziet;
• wat je doet in je kamer.


Slide 10 - Tekstslide

A1: Opdracht 2
Je schrijft een korte tekst over het eten dat jij lekker vindt.

Opdracht:
Schrijf 5 tot 7 zinnen over eten.

Schrijf over:
• wat je graag eet (ontbijt, lunch of avondeten);
• wat je het allerlekkerst vindt;
• wat je niet lekker vindt;
• wat je vanavond gaat eten.


Slide 11 - Tekstslide

A2: Opdracht 1
Je bent je portemonnee verloren in de supermarkt. Je hangt een briefje op in de winkel.


Op het briefje:
• vertel je wie je bent en waar je woont;
• vertel je wat je kwijt bent;
• vertel je wanneer je je portemonnee bent kwijtgeraakt;
• vertel je wat er in je portemonnee zat;
• schrijf je je telefoonnummer op.

Schrijf het briefje. Je mag de informatie zelf verzinnen.



Slide 12 - Tekstslide

A2: Opdracht 2
Je docent vraagt je om iets te schrijven over je laatste vakantie. Je schrijft een tekst voor het schoolblad.

Opdracht: Schrijf ongeveer 60 – 80 woorden over:
• waar je naartoe bent geweest;
• met wie je bent geweest;
• wat je daar hebt gedaan;
• wat je leuk vond.

Let op: Gebruik de verleden tijd. Schrijf duidelijke zinnen.



Slide 13 - Tekstslide

A2: Schrijfopdracht 3
Je bent vorige week ziek geweest. Je hebt daarom niet aan je presentatie voor burgerschap kunnen werken. Je schrijft een e-mail aan mevrouw Samita waarin je haar uitlegt waarom je presentatie nog niet af is. Je schrijft haar ook wanneer je presentatie wel af is.

Opdracht: Schrijf ongeveer 60 – 80 woorden.

Let op: Gebruik de verleden tijd. Schrijf duidelijke zinnen.


Slide 14 - Tekstslide

Klaar?
  • Je ruilt je opdrachten met een klasgenoot.
  • Je leest de opdrachten van je klasgenoot en je vult het nakijkblad in. 
  • Klaar met nakijken? Bespreek het samen. 
  • Lever daarna de opdrachten en de nakijkbladen bij mij in.

Alles ingeleverd? 

  • Disk thema 11 Vrije tijd of blooket herhalen disk thema 1 t/m 4




Slide 15 - Tekstslide

Extra oefenen met schrijven
Wil je je Nederlands verbeteren door te oefenen met echte gesprekken?

Ontdek NT2 chat – dé plek waar je veilig en ontspannen kunt chatten in het Nederlands. 
Oefen je Nederlands door met onze chatbot te chatten. 
Chat op je eigen tempo, op elk moment van de dag, over jouw onderwerp.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Verder oefenen...
Werkblad met opdrachten
Disk grammatica --> de zin: 3.10

Slide 18 - Tekstslide

Einde van de les
Lesdoel:
Je kan vertellen waar een tekst overgaat.  
Je weet wanneer je de voegwoorden en, want, omdat, of, maar en dus moet gebruiken.

Slide 19 - Tekstslide