4Mdgs - §1.2 'De grondwet van 1848'

§1.2 'De grondwet van 1848'
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.2 'De grondwet van 1848'

Slide 1 - Tekstslide

Nederland is wat?!
Monarchie
Een monarch is het staatshoofd.
Koninkrijk
Onze monarch noemen we 'de koning'. 
Democratie
Het volk (demos) kiest zijn bestuurders.

17e en 18e eeuw was Nederland een republiek bestuurd door regenten. 
In 1815 werd Nederland een koninkrijk met de Oranjes als koningshuis. 

Slide 2 - Tekstslide

Koning Willem I
1815 - 1840
  • Napoleon verslagen bij Waterloo
  • Zoon van de laatste standhouder wordt koning Willem I.
  • 1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg.
  • Willem I wordt soms, spottend, ook wel koning-koopman genoemd

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zag het bestuur van Nederland er uit 
tussen 1815-1848?

Schematisch

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bestuur Nederland 1815 - 1848
  • Constitutionele monarchie
  • Parlement --> Eerste en Tweede Kamer

Macht van de koning:
  • Koning staatshoofd én regeringsleider
  • Mag ministers benoemen en ontslaan.
  • Benoemd leden Eerste Kamer
 
  • Tweede Kamer gekozen door bestuur dorpen en steden (oude regenten families)
Overal in Europa hebben koningen veel macht. 

Slide 19 - Tekstslide

Kritiek
  • Rond 1825 ontstonden politieke stromingen die verandering willen. 
  • De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
  • Overal zitten er weer (absolute) koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 20 - Tekstslide

Koning Willem II
1840-1849

  • De Held van Waterloo
  • Vond zijn vader te conservatief, maar eenmaal koning was hij zelf óók conservatief. 
  • Geen ruimte voor veranderingen.

Slide 21 - Tekstslide

Revolutiejaar 1848
  • In heel Europa worden koningen onder druk gezet om een deel van hun macht af te staan.
  • Koningen weigeren. 
  • In het jaar 1848 breken in heel Europa revoluties en rellen uit. Verzet tegen de koning en vóór meer democraties. PANIEK!
Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 22 - Tekstslide

Nieuwe Grondwet
1848
  • Willem II is bang afgezet te worden.
  • HIj heeft de leider van de Nederlandse liberalen de opdracht om een nieuwe grondwet op te stellen (te schrijven).
  • Leider liberalen: Johan Rudolf Thorbecke

Slide 23 - Tekstslide


Hoe zag het bestuur 
van Nederland er 
vanaf 1848* uit?










*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

What is new?? 1
"Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk." 

  • Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (reging = ministers + koning)
  • Ministers kunnen alleen regeren met toestemming van het parlement (1eK+2eK). Ze leggen aan hun verantwoording af. 

Slide 40 - Tekstslide

What is new?? 2
  • Onschendbaarheid
  • Over de koning mag geen dicussie ontstaan en hij hoeft geen verantwoording af te leggen aan het parlement.
GEVOLGEN
  • Fouten van de koning zijn het probleem van de ministers.
  • De koning mag niks meer doen of zeggen zonder toestemming ministers. 

Slide 41 - Tekstslide

What is new?? 3
  • Rechtsreekse verkiezingen
  • Voortaan wordt de Tweede Kamer direct door de burgers gekozen.
  • In dorpen en gemeentes mochten de burgers hun gemeenteraad kiezen. 
  • In de provincies morgen de burgers de Provinciale Staten kiezen. 
  • De Provinciale Staten kiezen de Eerste Kamer.  
  • Maar... cencuskiesrecht (11%)

Slide 42 - Tekstslide

What is new?? 4
Het Parlement is het machtigst.
  • Controleren regering
  • Maken wetten
(zie vorige les)

  • Klassieke grondrechten in grondwet.

Slide 43 - Tekstslide

§1.2 'De grondwet van 1848'

Slide 44 - Tekstslide

Laatste vraag ....Wat hoort niet bij de grondwetswijziging van 1848?
A
ministeriële verantwoordelijkheid
B
censuskiesrecht
C
Algemeen kiesrecht
D
De koning is onschendbaar

Slide 45 - Quizvraag

Ministeriële verantwoordelijkheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor goed bestuur
C
Ministers hebben geen invloed
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Slide 46 - Quizvraag

What is new?? 1
"Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk." 

  • Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (reging = ministers + koning)
  • Ministers kunnen alleen regeren met toestemming van het parlement (1eK+2eK). Ze leggen aan hun verantwoording af. 

Slide 47 - Tekstslide

0

Slide 48 - Video