Pak alle tekeningen uit de 
voorbereidende les erbij en leg ze 
omgedraaid op de grond. De 
leerlingen draaien er om de beurt 
eentje om, zoals bij een memoryspel. 
Door het omdraaien ontstaan er 
telkens nieuwe duo’s die elkaar
achtervolgen. Vraag telkens aan de leerlingen: Wat staat er op de tekening, wat is dit voor personage? Waarom horen
deze twee personages bij elkaar? Waarom achtervolgen ze elkaar? Of; waarom horen deze twee personages juist niet bij elkaar? En wie rent er achter wie aan en waarom?
Alle antwoorden zijn goed, en alle 
combinaties kunnen gemaakt 
worden. Stimuleer de leerlingen om uit te leggen waarom.