Brugklas: Regelmatige werkwoorden in de o.t.t.

Werkwoorden
regelmatige werkwoorden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden
regelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Doel:


Ik kan regelmatige werkwoorden vervoegen in de o.t.t. en ik kan er een voltooid deelwoord van maken.



Slide 2 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden: wohnen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

kaufe
baust
wohnt
sagt
fragen
feiern
er, sie, es
sie / Sie
du
wir
ich
ihr

Slide 8 - Sleepvraag

Was ist richtig?

Slide 9 - Tekstslide

du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst

Slide 10 - Quizvraag

Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 11 - Quizvraag

ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet

Slide 12 - Quizvraag


(hören) Ich ______ gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen

Slide 13 - Quizvraag

(kaufen) Ihr _____ solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 14 - Quizvraag

(besuchen) Du ______ die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 15 - Quizvraag

(kaufen) Ihr _____ solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 16 - Quizvraag

(spielen) Ich _____ gern Tennis.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst

Slide 17 - Quizvraag

samenvatting.

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Ich (schreiben) …… einen Brief

Slide 21 - Open vraag

Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball

Slide 22 - Open vraag

Frau Schreiber (gehen) ……. im Klassenzimmer

Slide 23 - Open vraag

Er (kaufen) ........... einen Skihelm

Slide 24 - Open vraag

ich (gehen) ............ nach Hause.

Slide 25 - Open vraag