2T1 unité 4

Leerdoel 1
Doel:
Regarder: Ik kan een vlog begrijpen en ik ken nieuwe woorden over het thema. 

Hoe? 
 Oef: 1,2 (klassikaal) + woorden apprendre 1 p.34 

    
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel 1
Doel:
Regarder: Ik kan een vlog begrijpen en ik ken nieuwe woorden over het thema. 

Hoe? 
 Oef: 1,2 (klassikaal) + woorden apprendre 1 p.34 

    

Slide 1 - Tekstslide

Tu as visité Paris?
Oui
Non

Slide 2 - Poll

Paris, c'est ....

Slide 3 - Woordweb

Unité 4: Paris visite! 
  • Vlog kijken + ex. 1+2 samen maken
  • Uitleg woordjes leren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

  • ga naar https://quizlet.com/class/17097308/ 
  •  klik op 'gratis aanmelden op deze les te volgen'
  • Maak een account met je eigen naam in je gebruikersnaam
  • Klik op Unité 4 apprendre 1 en start met oefenen!

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk maandag: 
Apprendre 1 geleerd in Quizlet! 

Slide 7 - Tekstslide

appr. 1 unité 4: les moyens de transport 

Slide 8 - Tekstslide

Doelen vandaag: 
  • Iedereen in Quizlet !  
  • Check kennis apprendre 1
  • Nakijken vlog ex. 1+2
  •  Vertellen hoe jij naar school gaat

--> Leerdoel 1 aftekenen...?

Slide 9 - Tekstslide

C'est quoi?
A
Une voiture
B
Un bateau
C
Un train
D
Un bus

Slide 10 - Quizvraag

C'est quoi?
A
Un train
B
Une voiture
C
Un vélo
D
Un avion

Slide 11 - Quizvraag

C'est quoi?
A
un pied
B
un moto
C
un avion
D
un vélo

Slide 12 - Quizvraag

Aankomen
A
partir
B
arriver
C
voyager
D
aller

Slide 13 - Quizvraag

het station
A
le temps
B
la gare
C
la visite
D
l'autoroute

Slide 14 - Quizvraag

Comment tu vas à l'ecole?
je vais en train
je vais en bus
je vais en métro
je vais à pied
je vais à vélo

Slide 15 - Poll

Ik ga met de bus.
Je vais en bus. 

Ik ga op de fiets.
Je vais à vélo. 

Slide 16 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • Je begrijpt berichten over het weer en een reisverslag
    Hoe? 
    - filmpje kijken
    - maken ex. 3 + nakijken
    - maken ex. 4 + nakijken
    - Exercice 5 samen maken? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wanneer teken ik een leerdoel af?
1. Als je de bijbehorende oefeningen hebt gemaakt ! 
2. Als je de bijbehorende woordjes hebt geleerd in Quizlet!  

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk morgen
Ex. 5+6 gemaakt (samen nakijken)
+ apprendre 2 in quizlet leren!

Slide 20 - Tekstslide

Aujourd'hui
Check leerdoel 2 en 3

  • Uitleg toets unité 4
  • overhoren woordjes apprendre 2
  • oefenen met werkwoord partir

Slide 21 - Tekstslide

Volgende week: toets/toetsopdr.
Lundi 15 février: Leerdoel 6 + uitleg eindopdr. 31

Mardi 16 février: Overhoring woordjes+gram unité 4 in lessonup

Vendredi 19 février: Deadline inleveren eindopdr. 31

Slide 22 - Tekstslide

le voyage

Slide 23 - Open vraag

le départ

Slide 24 - Open vraag

le bouchon

Slide 25 - Open vraag

le panneau

Slide 26 - Open vraag

déjà

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Fin
Maak leerdoel 4 (Écouter) zelfstandig, lever je werk in en leer de woordjes apprendre 4 in quizlet F-N.

Morgen uitleg leerdoel 5: Ik kan de passé composé toepassen in een zin met het werkwoord être

Vous avez des questions? 

Slide 29 - Tekstslide

Aujourd'hui
Leerdoel 5:
De passé composé met het hulpwerkwoord 'être' (p. 22)

Slide 30 - Tekstslide

Wat is ook alweer de passé composé?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 31 - Quizvraag

Nieuw!
Soms is het hulpwerkwoord van de passé composé niet avoir, maar être

Leerdoel 5: ik kan de passé composé met être toepassen in een zin

Slide 32 - Tekstslide

Hoe maken we de P.C?
Stap 1: Hulpwerkwoord 
avoir of être
Stap 2: voltooid deelwoord
parler = parlé
finir = fini
 descendre = descendu





Slide 33 - Tekstslide

Stap 1: het werkwoord être:
Je... Tu... etc.

Slide 34 - Open vraag

!
Bij het hulpwerkwoord être past het voltooid deelwoord zich aan aan aan de persoon.

Vrouwelijk : +e --> Elle est allée
Meervoud +s --> Nous sommes allés
Vrouwelijk én meervouds + es --> Elles sont allées

Slide 35 - Tekstslide

Welke werkwoorden vervoeg je met avoir? En welke met être?

Ezelsbruggetjes:
- maison d'être
- kijk naar het NL 

Slide 36 - Tekstslide

À vous!
Maak oefening 16 A t/m D en lever het in in opdrachten. Expert ook E! 

Leer/herhaal daarna het rijtje van être in Quizlet. 

Slide 37 - Tekstslide

Volgende week: overhoringen
Lundi 15 février: Leerdoel 6 + uitleg eindopdr. 31

Mardi 16 février: Overhoring woordjes+gram unité 4 in lessonup

Vendredi 19 février: Deadline inleveren eindopdr. 31

Slide 38 - Tekstslide

Rijtje van être

Slide 39 - Open vraag

Tomber=vallen
Wat is: ik ben gevallen

Slide 40 - Open vraag

Aller=gaan
Wat is: jij bent gegaan

Slide 41 - Open vraag

Arriver=aankomen
Wat is: zij is aangekomen

Slide 42 - Open vraag