Week 28 - les 2 (23/03)

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
  • Répéter le futur et le conditionnel
  • Questions de control
  • Faire des exercices

Slide 2 - Tekstslide

Les objectifs
  • Aan het eind van deze les weet je (weer) wat de futur en de conditionnel inhouden. 

Slide 3 - Tekstslide

Le futur simple (de toekomstige tijd)
  • De "ik-zal" tijd (of zullen).
  • Behoudt de R van de infinitief > Porter > je porterai
  • Je porterai​
  • Tu porteras​
  • Il/elle/on portera​
  • Nous porterons​
  • Vous porterez​
  • Ils/elles porteront

  • De uitgangen staan in lichtblauw; deze zijn (bijna) gelijk aan de présent van het werkwoord avoir.
Avoir (présent)
  • J'ai
  • Tu as
  • Il a
  • Nous avons
  • Vous avez
  • Ils ont

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Le conditionnel 
  • De "ik-zou" tijd (of zouden).
  • Beleefheid/ wensen uitdrukken
  • Behoudt de R van de infinitief> Porter > je porterais 
  • Je porterais​
  • Tu porterais
  • Il/elle/on porterait​
  • Nous porterions​
  • Vous porteriez​
  • Ils/elles porteraient

  • De uitgangen staan in rood en zijn hetzelfde als de uitgangen van de imparfait.
L'imparfait
Je portais
Tu portais
Il portait
Nous portions
Vous portiez
Ils portaient

Slide 6 - Tekstslide

De conditionnel wordt vaak gebruikt als beleefdheidsvorm en om een wens uit te drukken:​

  • Je voudrais = Ik zou graag willen..​
  • Pourriez-vous = Zou u zo vriendelijk willen zijn..​
  • J’aimerais = Ik zou graag willen..​
  • Sauriez-vous = Zou u kunnen..​
  • Je ferais bien une petite promenade = Ik zou graag een wandelingetje maken​

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige vormen van de Futur
Onregelmatige vormen van de Conditionnel
J’irai (aller) – zal gaan​
Je ferai (faire) - zal doen/maken​
Je serai (être) – zal zijn​
J'irais (aller) - zou gaan
Je ferais (faire) - zou doen/maken
Je serais (être) - zou zijn
*Wat valt je op aan de voorstukjes?
Nog meer uitzonderingen in de ppt op Teams (grammaire, p1)

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn twee overeenkomsten tussen de futur en de conditionnel?

Slide 9 - Open vraag

Remplis la bonne forme:
J'______ (aller) en Italie pendant les vacances d'été 2021.
A
irai
B
irais
C
iras
D
irions

Slide 10 - Quizvraag

Zet de volgende zin in de futur:
Je suis en retard.

Slide 11 - Open vraag

De uitgangen van de conditionnel zijn hetzelfde als die van...
A
Le verbe avoir au présent
B
Le futur
C
L'imparfait

Slide 12 - Quizvraag

Remplis la bonne forme:
Je ______ (vouloir) devenir pilote.
A
voudrai
B
voudrais
C
voudrait
D
veux

Slide 13 - Quizvraag

Futur
Conditionnel
serai 
voudrai
voudrais
serais
irions
irez
porteras
porteraient

Slide 14 - Sleepvraag

In hoeverre begrijp jij de futur en de conditionnel nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Oefenen via Verbuga.eu
  •  Ga naar verbuga.eu en oefen de conditionnel of de futur. 
  • Kijk mee naar de uitleg hiernaast.
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Exercice avec futur/conditionnel
  • Fais une liste des phrases utiles pour la lettre avec le futur/conditionnel.
  • Regarde dans le "katern", dans ta propre lettre (oefenbrief) ou celle des autres.

Slide 17 - Tekstslide