Aan welke dingen moet je denken bij de schrijftoets?
Slide 7 - Woordweb
Je stuurt een e-mail naar je vriend Marcel. Hoe BEGIN je jouw e-mail?
A
Beste meneer Marcel,
B
Hoi Marcel,
C
groeten Marcel
D
Tot ziens, Marcel
Slide 8 - Quizvraag
Je stuurt een e-mail naar je werkgever. Zijn naam is Meneer Meulens. Hoe BEGIN je jouw e-mail?
A
hoi Meulens,
B
Beste Meulens,
C
Beste Meneer Meulens,
D
Beste Meneer Meulens
Slide 9 - Quizvraag
Je stuurt een e-mail naar je mentor. Zijn naam is Meneer de Boer. Hoe BEGIN je jouw e-mail?
A
Hallo mentor Boer,
B
Beste Meneer de Boer,
C
Hallo Meneer de Boer,
D
Beste mentor de Boer,
Slide 10 - Quizvraag
Je stuurt een kaartje naar je oma. Hoe BEGIN je jouw kaartje?
A
lieve mevrouw,
B
groeten, Oma
C
hoi oma,
D
lieve oma,
Slide 11 - Quizvraag
Je stuurt een e-mail naar jouw dokter. Haar naam is Mevrouw van het Hart. Hoe BEGIN je jouw e-mail?
A
Beste dokter,
B
Hallo Hart,
C
Hallo mevrouw Hart,
D
Beste mevrouw van het Hart,
Slide 12 - Quizvraag
Wat zet je AAN HET EIND van een kaartje naar een vriend Amir?
A
hoi vriend,
B
groetjes van vriend
C
hoi Amir,
D
groetjes, [ jouw naam]
Slide 13 - Quizvraag
Wat zet je AAN HET EIND van een e-mail naar je docent?
A
dag, docent
B
groetjes, docent
C
groetjes, [jouw naam]
D
vriendelijke groet, [jouw naam]
Slide 14 - Quizvraag
Wat zet je AAN HET EIND van een e-mail naar jouw dokter?
A
groetjes, [jouw naam]
B
vriendelijke groet, [jouw naam]
C
vriendelijke groet, dokter
D
groetjes, dokter
Slide 15 - Quizvraag
Jouw klasgenoot Maria is ziek. Wens hem beterschap.
A
beeterschap, Maria!
B
betterschap, Maria!
C
beterschap, Maria!
D
beterschaap, Maria!
Slide 16 - Quizvraag
Jouw vriendin is jarig. Feliciteer haar.
A
geleciteefd
B
gefleciteert
C
gefeliciteerd
D
gelificeert
Slide 17 - Quizvraag
Jouw tante is verhuisd naar een nieuw huis. Feliciteer haar. > maak deze zin af: Hoi tante, .................................. met je nieuwe huis.
timer
2:00
Slide 18 - Open vraag
Je bent ziek en kan niet naar school komen. Je stuurt je docent een bericht. Wat zeg je? Beste meneer Heldring, ......................................................
timer
2:00
Slide 19 - Open vraag
Je stuurt een bericht naar een vriend. Je vraagt hoe het met hem gaat. Wat schrijf je?
timer
2:00
Slide 20 - Open vraag
Je stuurt een e-mail naar je mentor, omdat je ziek bent. Wat schrijf je bij het onderwerp?
A
Afmelden
B
Ik kom niet
C
Ziekmelden
D
Ik ben ziek
Slide 21 - Quizvraag
Herhaling
Wat schrijf je als...
Slide 22 - Tekstslide
... iemand jarig is
Slide 23 - Open vraag
... je iemand wil bedanken
Slide 24 - Open vraag
... iemand gaat trouwen
Slide 25 - Open vraag
... iemand je uitnodigt voor een feest en je graag wilt gaan
Slide 26 - Open vraag
... iemand overleden is
Slide 27 - Open vraag
... iemand ziek is
Slide 28 - Open vraag
... iemand een kind heeft gekregen
Slide 29 - Open vraag
... iemand je uitnodigt voor een feest en je helaas niet kunt gaan
Slide 30 - Open vraag
Wat schrijf je aan het einde van een brief?
Slide 31 - Open vraag
Naam
Slide 32 - Woordweb
Woonplaats Plaats
Slide 33 - Woordweb
Adres
Slide 34 - Woordweb
Postcode
Slide 35 - Woordweb
Leeftijd
Slide 36 - Woordweb
Telefoonnummer
Slide 37 - Woordweb
E-mailadres
Slide 38 - Woordweb
Schrijfopdracht 1
Je hebt huiswerk voor rekenen en je vindt je huiswerk voor rekenen moeilijk. Vraag aan je klasgenoot of jullie het huiswerk samen kunnen maken. Sluit je brief netjes af!
Slide 39 - Tekstslide
Schrijfopdracht 2
Jouw vriendin is jarig. Ze geeft een feest, maar je kan niet komen naar haar feestje. Zeg dat je niet kan komen en feliciteer haar. Sluit je brief netjes af!