6. Werkloosheid

6. Werkloosheid
6.1 Soorten werkloosheid

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

6. Werkloosheid
6.1 Soorten werkloosheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  • drie soorten werkloosheid onderscheiden
  • per werkloosheid benoemen wat de gevolgen zijn

Slide 2 - Tekstslide

Soorten werkloosheid
  1. Seizoenswerkloosheid - gebonden aan een bepaald  jaargetijde.
  2. Conjuncturele werkloosheid - hoog en laag conjunctuur, economische crisis. Golfbeweging, meestal een gaat het om een periode van jaren. 
  3. Structurele werkloosheid - blijvende veranderingen in de economie. 

Slide 3 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
  • Blijvend
  • Marktmechanisme (de behoefte van de consument verandert, dus geen vraag meer naar een product of dienst)
  • Automatisering en robotisering, dus die banen vallen weg
  • Arbeidssectoren die verplaatst worden naar lagelonenlanden 

Slide 4 - Tekstslide

Van welk soort werkloosheid is er sprake tijdens een crisis, bijvoorbeeld de coronacrisis?
A
Regionale werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 5 - Quizvraag

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
Seizoenswerkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 6 - Quizvraag

6. Werkloosheid
6.2 Gevolgen van werkloosheid 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kun jij:
  1. Persoonlijke gevolgen van werkloosheid omschrijven.
  2. Gevolgen van werkloosheid voor de samenleving omschrijven.
  3. Gevolgen van werkloosheid voor de overheid omschrijven. 

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijke gevolgen
  • Je inkomen gaat omlaag. Onder bepaalde voorwaarden heb je recht op een WW (70% van je laatstverdiende loon). Daarna kom je in de bijstand
  • Als je niet werkt, blijf je minder goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. 'je staat stil.'
  • Je hebt minder sociale contacten, dit kan leiden tot eenzaamheid. 

Slide 9 - Tekstslide

Persoonlijke gevolgen
  • Je mist structuur en weet niet wat je aan moet met de vrije tijd.
  • Als werkloze krijg je minder waardering van mensen om je heen. Je wordt soms (onterecht!) gezien als 'lui' of een 'profiteur'

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen voor de samenleving
  • Bepaalde groepen hebben het in tijden van werkloosheid extra zwaar. Laagopgeleiden, gehandicapten, vrouwen en mensen met een migratieachtergrond blijven gemiddeld langer werkloos. 
  • Als maatschappelijke tegenstellingen tussen groepen steeds groter worden, pikken bijvoorbeeld werkloze jongeren dat niet langer. Gevolg: maatschappelijke onrust. 

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen voor de samenleving

  • Maatschappelijke tegenstellingen hebben te maken met grote inkomensverschillen.
  • Er ontstaat een tweedeling in de samenleving. 
  • Discussie in Nederland: moeten we de uitkeringen verhogen, of juist laag houden en mensen daarmee stimuleren om te gaan werken?

Slide 12 - Tekstslide

Wat vinden jullie?
De uitkeringen omhoog zodat de armoede afneemt of juist de uitkeringen laag houden en mensen daarmee stimuleren te gaan werken? Geef een argument!

Slide 13 - Open vraag

Gevolgen voor de overheid 
  • Werkloze --> ontvangt WW --> deze werkloosheidsuitkering wordt betaald door de werkgever en de werknemer. 
  • Iedere maand gaat er geld van het salaris naar het Algemene Werkloosheidfonds
  • Als het fonds op is, springt de overheid bij.
  • Als mensen in de bijstand zitten, wordt dit sowieso bekostigd door de overheid. 

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen voor de overheid 
Als er een grote crisis is en er zijn veel werklozen, kost dit de overheid veel geld. Hoe komen zij aan dit geld?
  1. Belastingen en sociale premies verhogen
  2. Bezuinigen op een andere kostenpost, om de uitkeringen te kunnen blijven betalen. 
  3. Uitkeringen verlagen. Daardoor wordt de tweedeling groter.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide