Formule voor de lineaire vergroting en rekenen met lenzen

Lesdoelen
  • Je kan de lenzenformule opsommen.
  • Je kan de formule voor de lineaire vergroting van lenzen noteren.
  • Je kan uitleggen wat een positieve of negatieve lineaire vergroting is.
  • Je kan uitleggen wat een lineaire vergroting van kleiner dan 1 of groter dan 0 is.
  • Je kan de voorwerpsafstand, brandpuntafstand of beeldafstand bepalen aan de hand van de lenzenformule.
  • Je kan de beeldgrootte, voorwerpsgrootte, beeldafstand, voorwerpsafstand of de lineaire vergroting bepalen aan de hand van de lenzenformule en formule voor de lineaire vergroting.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • Je kan de lenzenformule opsommen.
  • Je kan de formule voor de lineaire vergroting van lenzen noteren.
  • Je kan uitleggen wat een positieve of negatieve lineaire vergroting is.
  • Je kan uitleggen wat een lineaire vergroting van kleiner dan 1 of groter dan 0 is.
  • Je kan de voorwerpsafstand, brandpuntafstand of beeldafstand bepalen aan de hand van de lenzenformule.
  • Je kan de beeldgrootte, voorwerpsgrootte, beeldafstand, voorwerpsafstand of de lineaire vergroting bepalen aan de hand van de lenzenformule en formule voor de lineaire vergroting.

Slide 1 - Tekstslide

Benodigdeheden voor deze les
- Cursus 


- Rekenmachine

- Lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke formule voor lezen hebben we vorige les gezien? (geef de naam)

Slide 4 - Open vraag

Welke van deze formules stelt de lenzenformule voor in symbolen?
A
f=v1+b1
B
f1=b+v
C
v1=f1+b1
D
f1=v1+b1

Slide 5 - Quizvraag

Zijn er nog voorwerpen die kunnen vergroten?

Slide 6 - Open vraag

Lineaire vergroting
- Symbool: G

Slide 7 - Tekstslide

Lineaire vergroting
G=LvoorwerpLbeeld=VB
G=vb
G < 0               omgekeerd beeld 


G > 0               rechtopstaand beeld

Slide 8 - Tekstslide

Lineaire vergroting
  • Vergroting als G > 1 


  • Verkleining als G < 1

Slide 9 - Tekstslide

Als G = 0,5 spreken we dan van een vergroting of een verkleining?
A
Vergroting
B
Verkleining

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

1

Slide 12 - Video

01:30-01:50
Let op wij hebben voor de lineaire vergroting het symbool G geleerd met 
G=VB
G=vb

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten
  • Opdracht 4 


p 123

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
  • Opdracht 7
  • Opdracht 8 
  • Opdracht 9
p 125

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Klaar?
  1. Vul de zelfevaluatie in



  2. Help andere leerlingen

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?
Noteer ze op een papiertje

Slide 21 - Tekstslide