H6.1 Produceren maar!

Schrijf ALLES op wat er nodig is voor het maken van een pizza in een restaurant
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijf ALLES op wat er nodig is voor het maken van een pizza in een restaurant

Slide 1 - Open vraag

Produceren
Hoofdstuk 6 
Paragraaf 1: 
Hoe produceer je?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • Wat productiefactoren zijn en welke er zijn
  • Waarom een product meer waard wordt na productie
  • Hoe je afschrijvingskosten kunt uitrekenen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Productiefactoren

Natuur: alles wat de natuur levert.
Arbeid: zowel lichamelijke als geestelijke inspanning die mensen leveren bij het produceren.
Kapitaal: alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je in het productieproces gebruikt.
Ondernemerschap: een ondernemer probeert winst te maken door op de juiste manier de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal in te zetten.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ezelsbruggetje:
K apitaal

A rbeid

N atuur

O ndernemerschap 

Slide 7 - Tekstslide

Kapitaal
Natuur
Arbeid
Ondernemer-
schap
Alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je in het productieproces gebruikt.

Een ondernemer probeert winst te maken door op de juiste manier de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal in te zetten.

De lichamelijke als geestelijke inspanning die mensen leveren.

Grondstoffen, fossiele brandstoffen, de grond zelf, lucht, zonlicht en water.

Slide 8 - Sleepvraag

Beloning

Arbeid: Salaris / Loon
Als jij gaat werken, bied jij de productiefactor arbeid aan. Je wordt daarvoor beloond met loon (salaris)
Natuur: Pacht
Voor natuur is de beloning pacht. Dat is een beloning in geld voor het beschikbaar stellen van een stuk grond.
Ondernemerschap: Winst
Als ondernemer word je beloond met winst.
Kapitaal: Huur en rente
Voor kapitaal is de beloning huur (bij een gebouw) of rente als er geld is geleend om bijvoorbeeld machines te kopen.

Slide 9 - Tekstslide

Welke productiefactor past bij de beloning loon?
A
Natuur
B
Ondernemerschap
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 10 - Quizvraag

Welke beloning past bij de productiefactor kapitaal
A
Winst
B
Pacht
C
Rente
D
Loon

Slide 11 - Quizvraag

Arbeids- en kapitaalintensief

Arbeidsintensief
Als de productie vooral door menselijke arbeid tot stand komt, is de productie arbeidsintensief.
Kapitaalintensief
Als er bij de productie naar verhouding meer gebruik wordt gemaakt van kapitaalgoederen dan van arbeid, is de productie kapitaalintensief.
Voor productiebedrijven zijn kapitaalgoederen tegenwoordig erg belangrijk. Met behulp van machines gaat de productie sneller en goedkoper.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Afschrijving

De afschrijving is de jaarlijkse waardevermindering van je kapitaalgoederen.
Bedrijven investeren geregeld in nieuwe kapitaalgoederen, zoals machines en bedrijfsauto’s. Bedrijven vervangen om de paar jaar hun kapitaalgoederen. De aanschafkosten van bijvoorbeeld een machine worden verdeeld over de gebruiksduur. De oude machine levert bij inruil nog een bedrag op, de restwaarde.


Slide 14 - Tekstslide

Formule Afschrijving

Slide 15 - Tekstslide

De restwaarde geeft aan hoeveel euro je nog voor een gebruikte machine krijgt, nadat je de machine hebt gebruikt en gaat verkopen. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Bedrijfskolom & toegevoegde waarde 
Bedrijfskolom:
Voordat een product in de winkel te koop is, hebben verschillende bedrijven hieraan meegewerkt. De bedrijven die na elkaar aan het product meewerken, vormen samen de bedrijfskolom.
Toegevoegde waarde:
De extra waarde van een product die ontstaat doordat een bedrijf het product bewerkt.

Slide 18 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Toegevoegde waarde
Toegevoegde waarde
____ +

Slide 19 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Aan het begin van de bedrijfskolom staat het bedrijf dat
de grondstof uit de natuur haalt. 
Dat hoort tot de primaire sector.
Aan het eind van de bedrijfskolom staat de detaillist.
Elk bedrijf in de bedrijfskolom maakt het product steeds
meer geschikt voor gebruik door de consument.
 Hierdoor neemt de waarde van het product steeds meer toe.

Slide 20 - Tekstslide

Maken: 
§6.1
Alleen de normale opdrachten!

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video