8.3 Stikstofkringloop dl2

Stikstofkringloop dl 2 nabespreken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Stikstofkringloop dl 2 nabespreken

Slide 1 - Tekstslide

Aangegeven voor nabespreken
-ammonificatie bij vr 7
-denitrificatie vr 9
-eutrofiering

En verder....?
Groenbemesting wel duidelijk?

Slide 2 - Tekstslide

N-kringloop kort herhaald
Plant neem nitraat op
en maakt ...
Koe eet plant en maakt ...
Koe maakt ureum, wordt...
Planten en dieren gaan 
dood, wordt ....

Slide 3 - Tekstslide

N-kringloop kort herhaald
Rottingsbacterie maakt..

Nitrificatie:
ammonium--> nitriet-->
nitraat

Plant neemt nitraat op

Slide 4 - Tekstslide

N-kringloop kort herhaald
Knolletjesbacterie:
N2 uit lucht wordt 
ammonium/nitraat

Denitrificerende bacterie
maakt zonder O2 
het gas N2

Slide 5 - Tekstslide

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
 BINAS 93F . 

Ammonificatie (rottingsbacterie)
met drie pijlen
- van groen=
- van blauw=
- van bruin =

Wat is een kenmerk van reducenten?
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is

Slide 6 - Tekstslide

Een kenmerk van een reducent is

Slide 7 - Open vraag

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
 BINAS 93F . 

nitrificatie:
NH4+ (ammonium)--> NO2- (nitriet)

NO2---> NO3- (nitraat)

Hoe kan je zien dat er O2 nodig is?

anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is

Slide 8 - Tekstslide

Denitrificatie: zonder zuurstof juist omgekeerde van nitrificatie
anaerobe bacteriën
N de lucht in

nitraat NO3-


stikstof N2

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 10 - Quizvraag

Sommige planten hebben bij hun wortels knolletjes met stikstofbindende bacterie die N2 uit de lucht omzetten in ammonium NH4+
  • definitie monocultuur kennen
  • voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt groenbemesting?

Slide 12 - Tekstslide

Welk effect heeft het weghalen van de bladeren voor de stikstofkringloop?

Slide 13 - Open vraag

Eutrofiëring

Slide 14 - Tekstslide

Examenvraag (3p)
In een sloot naast een bemeste akker komen veel meststoffen in het water terecht.
Verklaar dat de grote hoeveelheid meststoffen kunnen leiden tot vissterfte.

Slide 15 - Tekstslide


Slide 16 - Open vraag

Eutrofiëring

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen 8.3: welke weet je nu?
  • de rol uitleggen van producenten, consumenten en reducenten in de stikstofkringloop 
  • stoffen met het element stikstof noemen die een rol spelen bij de stikstofkringloop 
  • uitleggen welke rol de landbouw speelt binnen de stikstofkringloop (gebruik van kunstmest, groenbemesting) en welke gevolgen dat heeft voor het milieu, zoals eutrofiëring
  • uitleggen welke rol de veeteelt speelt binnen de stikstofkringloop en welke gevolgen dat heeft voor het milieu
factoren noemen die de populatiegrootte beïnvloeden


Slide 18 - Tekstslide