4.3 Hormonale regeling

H4: Voortplanting
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H4: Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 4.3 Hormonale regeling

Slide 2 - Tekstslide

Doel en begrippen 4.3
Je leert hoe hormonen de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen regelen

hypofyse, hypothalamus, GnRH, FSH, LH, receptoreiwitten, negatieve terugkoppeling, oestrogenen, progesteron, positieve terugkoppeling, gele lichaam, prostaglandinen, ontsluitingsweeën, baarmoedermond, oxytocine, persweeën, nageboorte, prolactine, oxytocine, melkklieren

Slide 3 - Tekstslide

Hormonen
Hypothalamus: hormoonklier in de hersenen
Hypofyse: centrale hormoonklier 

Vanaf de puberteit: hypothalamus produceert
GnRH (gonadotropine- releasing-hormone).
Via bloedvaten komt dit hormoon bij de hypofyse.
De hypofyse produceert daardoor FSH (follikel stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon).

Slide 4 - Tekstslide

Moet ik dit leren?
Hormoonklieren en de hormonen die ze maken, inclusief de werking van de hormonen staan in BINAS 89A.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Omschrijf de zin "aanzetten tot secretie van testosteron" in je eigen woorden

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

= LH
Negatieve terugkoppeling

Slide 10 - Tekstslide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de cellen in de testes (cellen van Leydig) op de aanwezigheid van LH?
Ze hebben receptoren voor LH.
 

Slide 11 - Tekstslide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de Sertoli (voedstercellen) op de aanwezigheid van FSH?
Sertolicellen hebben receptoren voor FSH.
 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Omschrijf de zin "proliferatie van het baarmoederslijmvlies" in je eigen woorden

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Link

Dag 1: start menstruatie.

FSH stijgt en stimuleert de rijping van nieuwe follikels.

Slide 17 - Tekstslide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Lage concentratie oestrogenen remmen de afgifte van GnRH (en dus LH en FSH)

Slide 18 - Tekstslide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Boven een drempelwaarde stimuleren oestrogenen juist GnRH en dus LH en FSH (positieve terugkoppeling)

-> piek in LH en FSH

Slide 19 - Tekstslide

Door de piek in LH volgt de ovulatie.

Gele lichaam (overgebleven, 'lege' follikelcellen) geven progesteron af.

Piek in FSH zorgt voor extra oestrogenen.

Slide 20 - Tekstslide

Oestrogenen stimuleren de groei van het baarmoederslijmvlies, progesteron zorgt voor goede doorbloeding.

Slide 21 - Tekstslide

Gele lichaam verschrompeld en geeft geen progesteron meer af:
GnRH, LH en FSH worden niet meer geremd

Menstruatie (afstoten baarmoederslijmvlies).

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Zwangerschap
Trofoblast geeft HCG af.
Dit hormoon zorgt er voor dat het gele lichaam niet verschrompelt. Progesteron blijft aanwezig en GnRH, LH en FSH blijven geremd.
Geen menstruatie en geen nieuwe follikelrijping.
Na drie maanden neemt de placenta de vorming van progesteron en oestrogenen over.

Slide 24 - Tekstslide

=LH

Slide 25 - Tekstslide

Bevalling/ geboorte
Vanaf de zevende maand daalt het kindje in (met het hoofd naar beneden).
Start van de bevalling: 
moeder maakt prostaglandines aan -> samentrekken baarmoederwand (ontsluitingsweeën).

Slide 26 - Tekstslide

Bevalling/ geboorte
Druk op de baarmoedermond zorgen (via zenuwen) voor stimulering van de hypothalamus. 
Die zet op zijn beurt de hypofyse aan tot het afgeven van oxytocine: extra samentrekkingen baarmoederwand.
Na volledige ontsluiting: persweeën.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Omschrijf de zin "contractie baarmoederwand" in je eigen woorden

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Na de geboorte
Naweeën zorgen we voor dat ook de placenta, vruchtvliezen en resten navelstreng de baarmoeder uit gaan.
De hypofyse van de moeder maakt prolactine aan -> stimuleert melkproductie.
Het zuigen van de baby aan de borst zorgt voor extra afgifte prolactine en oxytocine -> samentrekken melkklieren dus melkafgifte.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Doel en begrippen 4.3
Je leert hoe hormonen de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen regelen

hypofyse, hypothalamus, GnRH, FSH, LH, receptoreiwitten, negatieve terugkoppeling, oestrogenen, progesteron, positieve terugkoppeling, gele lichaam, prostaglandinen, ontsluitingsweeën, baarmoedermond, oxytocine, persweeën, nageboorte, prolactine, oxytocine, melkklieren

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Maak 4.3: 3 t/m 9
Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 35 - Tekstslide