Verhoudingen les 6

Verhoudingen
 Procenten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
rekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verhoudingen
 Procenten

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al/nog van procenten?

Slide 2 - Woordweb

Wat leer je deze les?
Je kunt procenten schrijven als decimaal getal.
Je kunt rekenen met een percentage als decimaal getal.
Je kunt rekenen met een aantal handige percentages.
Je kent het verband tussen percentages, verhoudingen,  breuken en decimalen.

Slide 3 - Tekstslide

Percentages en decimale  getallen
Je kunt percentages schrijven als decimale getallen. 
1% is 0,01 en 23% is 0,23. 12,5% is dan 0,125.
Percentages kun je berekenen door te vermenigvuldigen met het decimale getal.
45% van 360 is dan 0,45 x 360.
Bij toename van 10 procent, vermenigvuldig je met 1,1.
Bij afname van 10 procent, vermenigvuldig je met 0,9.

Slide 4 - Tekstslide

Percentages, breuken en verhoudingen
Sommige percentages zijn als eenvoudige breuk te schrijven.
Bij deze percentages kun je handig met een breuk werken.
Als je een verhouding in procenten wilt uitdrukken, maak je van de verhouding eerst een breuk met noemer 100. Daarna maak je van de breuk procenten.
Als de noemer van de breuk geen deler van 100 is, maak je een decimaal getal van de breuk met de rekenmachine. Daarna maak je het percentage.

Slide 5 - Tekstslide

1% = 1/100
25% = 25/100 = 1/4

4 van de 25 = 4/25 = 16/100 = 16%
5 van de 45 = 5/45 = 0,111111111 = 11%

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

7 op de 25 mensen drinken meer dan 1 liter melk per week.
Hoeveel procent van de mensen is dat?
A
0,28%
B
32%
C
7%
D
28%

Slide 9 - Quizvraag

Tekst

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

In een dorp is 60% van de inwoners vrouw. 1/5 van de mannelijke inwoners is jonger dan 12 jaar. Hoeveel procent van de inwoners van het dorp is mannelijk en jonger dan 12 jaar?
A
40%
B
8%
C
12%
D
20%

Slide 12 - Quizvraag

In een pak speelkaarten zitten 52 kaarten. Je pakt willekeurig 1 kaart. Hoeveel procent is de kans dat je een schoppen of een ruiten kaart pakt?
A
50%
B
25%
C
4%
D
75%

Slide 13 - Quizvraag

Een spel kaarten bestaat uit 52 kaarten. Je pakt willekeurig een kaart. Hoe groot is de kans dat je de harten 4 pakt?
A
52 : 1
B
0,52
C
1,92%
D
1/4

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel mensen bezochten het park in de eerste maand?

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel procent korting kregen 5 vrienden die samen naar Wonderland gingen?

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel mensen bezochten het park in de eerste maand?



1850 mensen
Hoeveel procent korting kregen 5 vrienden die samen naar Wonderland gingen?


20%

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Boek B
Paragraaf 11.4
Som 2, 5, 8, 10, 11, 14, 15
Paragraaf 11.5
Som 1, 6, 9, 13



Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je nu allemaal over procenten?

Slide 19 - Woordweb

Wat wil je in de volgende les behandelen?

Slide 20 - Woordweb