Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden

Spreekwoorden, zegswijzen en gezegden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spreekwoorden, zegswijzen en gezegden

Slide 1 - Tekstslide

Even een opwarmertje...

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welk spreekwoord heb jij laatst zelf gebruikt?

Slide 4 - Open vraag

Misschien heb je helemaal geen spreekwoord opgeschreven bij de vorige vraag, want een spreekwoord is niet hetzelfde als een zegswijze of gezegde. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Eens kijken wat je onthouden hebt...

Sleep de kenmerken op de volgende slide naar het juiste begrip.

Slide 8 - Tekstslide

Spreekwoord
Zegswijze
Gezegde
Algemene 
levenswijsheid
Altijd een zinsdeel
Geen werkwoord
Vaste verbinding van woorden
volledige zin
volgorde en werkwoord passen zich aan

O en PV
kunnen aangepast worden

Slide 9 - Sleepvraag

Dit is een korte herhaling van de les over spreekwoorden en zegswijzen.
Quizzen maar...

Slide 10 - Tekstslide

Welke uitdrukking betekent: 'Wat anderen hebben, is in onze ogen altijd mooier'?
A
Het gras is groener aan de overzijde
B
Na regen komt zonneschijn
C
Het regent pijpenstelen
D
Het zonnetje in huis zijn

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitdrukking betekent: 'Iemand erg kwaad maken'?
A
Het deksel op de neus krijgen.
B
Het onderste uit de kan willen halen.
C
Iemand het bloed onder de nagels vandaan halen.
D
Hoge bomen vangen veel wind.

Slide 12 - Quizvraag

Welke uitdrukking betekent: 'Bedrogen uitkomen', 'teleurgesteld eindigen'?
A
Iemand met de neus op de feiten drukken.
B
Het deksel op de neus krijgen.
C
Iemand in het harnas jagen.
D
Hij is met zijn achterste in de boter gevallen.

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitdrukking betekent: 'In een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid'?
A
Hoge bomen vangen veel wind.
B
Twaalf ambachten, dertien ongelukken.
C
Een koekje van eigen deeg krijgen.
D
Hij is een man van zijn woord.

Slide 14 - Quizvraag

Welke uitdrukking betekent: erg blind zijn?
A
Zo blind als een mol
B
Zo blind als een haas
C
Zo blind als een vos
D
Zo blind als een muis

Slide 15 - Quizvraag

Welke uitdrukking betekent: erg bang zijn?
A
Zo bang als een kat
B
Zo bang als een wezel
C
Zo bang als een mol
D
Zo bang als een hond

Slide 16 - Quizvraag

Welke uitdrukking betekent: erg ziek zijn?
A
zo ziek als een kat
B
zo ziek als een muis
C
zo ziek als een mol
D
zo ziek als een hond

Slide 17 - Quizvraag

Vul aan: Dat is mosterd na ...
A
... de ketchup.
B
... de maaltijd.
C
... de galg.
D
... de kar.

Slide 18 - Quizvraag

Vul aan: Het is een druppel op een ...
A
... hete plaat.
B
... hete oven.
C
... hete pan.
D
... hete steen.

Slide 19 - Quizvraag

Vul aan: De paarden achter ...
A
de wagen slepen.
B
de kar duwen.
C
de kar trekken.
D
de wagen / kar spannen.

Slide 20 - Quizvraag

Vul aan: Van twee ... eten.
A
borden
B
schalen
C
walletjes
D
tafels

Slide 21 - Quizvraag

Vul aan: Van twee ... eten.
A
borden
B
schalen
C
walletjes
D
tafels

Slide 22 - Quizvraag

Welk spreekwoord hoort
bij deze afbeelding?

A
Voor iemand de kastanjes uit het vuur halen.
B
De aap komt uit de mouw.
C
Het kind met het badwater weggooien.
D
Hij staat zijn mannetje.

Slide 23 - Quizvraag

Welk spreekwoord hoort
bij deze afbeelding?

A
Zijn mannetje staan.
B
Iets aan de grote klok hangen.
C
Uit zijn slof schieten.
D
Dat is een stijve hark.

Slide 24 - Quizvraag

Zoek een leuk spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking op en probeer het uit te beelden. Maak een foto van het resultaat en post het op de volgende slide.

Slide 25 - Tekstslide

Upload je foto hier.

Slide 26 - Open vraag