H1 Nederland en Indonesië §I Van VOC tot cultuurstelsel

3 GT GESCHIEDENIS
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3 GT GESCHIEDENIS

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis gt 3
  • Nieuwe methode : MEMO

boek + digitaal
toevoegen aan klas
flitskaarten
oefenopdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Geschiedenis gt 3
  • Nieuwe methode : MEMO
  1. Nederland en Indonesië
  2. Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit (+ staatsinrichting) + Sociale zekerheid en verzorgingsstaat (+ staatsinrichting)
  3. Koude Oorlog (en historisch overzicht na 1900)
  4. Eindtoets 1-2-3 (weging 6!)
  5. Digitaal dossier (it's learning) - neem je mee naar leerjaar 4 (PTA)

Slide 3 - Tekstslide

MEMO MAX
Op een later moment via it's learning

Slide 4 - Tekstslide

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


De VOC-tijd (1596-1799)

Slide 5 - Tekstslide

ONTDEKKINGSPLAAT

ZELFSTANDIG MAKEN

MAKEN OPDRACHTEN ORIENTATIE

1 T/M 7

KLAAR? LEZEN § 1 IN JE LESBOEK bladzijde 8

Slide 6 - Tekstslide

LEZEN INTRO
KLASSIKAAL MAKEN VAN VRAGEN 1 + 2  VAN PARAGRAAF 1 IN JE WERKBOEK

Slide 7 - Tekstslide

MEMO MAX
Op een later moment via it's learning

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling vorige les:
Filmpje : Waarom naar Indië

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel
  • Aan het eind van deze paragraaf kun je uitleggen en herkennen:
  1. Wat de VOC deed in Oost-Indië
  2. Op welke manier het bestuur was georganiseerd
  3. Hoe het cultuurstelsel leiddde tot hongersnood

Slide 10 - Tekstslide

§ 1.1 Wat deed de VOC in Oost-Indië?

Slide 11 - Tekstslide

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

  • Portugezen kennen de zeeroute naar Azië

Slide 12 - Tekstslide

Nederlanders willen dat ook!

  • Spionage!

  • Jan Huygen van Linschoten reist mee en beschrijft de reis in zijn Itinerario

Slide 13 - Tekstslide

De Itinerario, of Voyage ofte schipvaert, naer Oost ofte Portugaels Indien (...enz. enz.), was meer dan alleen een routekaart.
Er stonden heel veel tekeningen in van vreemde kusten, dieren, mensen en hun rituelen. De Nederlanders keken hun ogen uit.

Slide 14 - Tekstslide

Eerste Nederlanders in Azië
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederland in Oost-Indië aan

  • Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen.

  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen

Slide 15 - Tekstslide

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse (compagnieën) bedrijven gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 16 - Tekstslide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.

  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje

Slide 17 - Tekstslide

Aandelen
  • Om handelsreizen te kunnen maken had de VOC veel geld nodig!
Daarom gaf de VOC aandelen uit:
- Iedereen kon een aandeel kopen (een "stukje van de VOC").
- Je kreeg een deel van de winst bij terugkomst.
> Op die manier kon VOC handelsreizen organiseren.

Slide 18 - Tekstslide

Doel: handelsmonopolie op de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop

Slide 19 - Tekstslide

Hoe?
  • Uitschakelen van concurenten

  • Bouwen van handelposten (Batavia)

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

Slide 20 - Tekstslide

Republiek wordt handelscentrum van Europa

Slide 21 - Tekstslide

Belangrijke handelspost in Batavia 

Slide 22 - Tekstslide

Molukken
kruidnagel
nootmuskaat
foelie

Slide 23 - Tekstslide

Nootmuskaat voor een redelijke prijs.
Vuur laait op op de nootmuskaatplantage. De Nederlanders hebben het expres in brand gezet, want als er te veel nootmuskaat is, wordt het te goedkoop.

Slide 24 - Tekstslide

Harde Hand
De VOC
Om te voorkomen dat al die kooplieden elkaar kapot zouden gaan concurreren, richtte landsadvocaat (de belangrijkste politicus van de Republiek) Johan van Oldenbarneveld in 1602 de VOC op. Zij kregen een handelsmonopolie. Alleen zij mochten in Indië handelen, onderhandelen met lokale vorsten, oorlog voeren en handelsposten oprichten. De belangrijkste zou Batavia in het huidige Jakarta worden. 
Ze luisteren niet
Toen de Indiërs op de Molukken onder het handelsmonopolie wilden uitkomen door met de Engelsen te handelen, en tijdens een onderhandeling zijn mentor hadden vermoord, begon J. P. Coen in 1622 aan een strafexpeditie, waarbij de Molukkers de bergen in werden gejaagd en werden vermoord. Ook in Nederland was men verbijsterd van deze misdaad. 

Slide 25 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
MAKEN OPDRACHT 3 T/M 5
KLAAR? LEZEN IN JE LESBOEK

Slide 26 - Tekstslide

DAGELIJKS BESTUUR
  • MET BEHULP VAN INDONESISCHE FAMILIES EN ADEL
  • VERLIES!
  • Door c
  • NIEUWE MANIER VAN BESTUREN : Johannes van den Bosch
  • 1830: CULTUURSTELSEL

Slide 27 - Tekstslide

Het einde van de VOC 1799
In 1799 gaat de VOC failliet.  

  • Er is minder vraag naar producten van de VOC want er is meer aanbod op de markt. 
  • Grotere concurrentie van andere landen o.a. Engeland
  • De VOC wordt slecht bestuur en er is veel corruptie en er werd teveel dividend uitgekeerd door de VOC.
  • De inkomsten dalen en de kosten voor personeel en schepen werden steeds hoger. 

Slide 28 - Tekstslide

VOC


Na het faillisement van de V.O.C. werden de bezittingen van de Nederlandse staat.

Je spreekt sindsdien van de kolonie 
Nederlands Indie.

Slide 29 - Tekstslide




Kolonie: Overzees gebied dat wordt

 bestuurd door mensen uit het moederland.

Slide 30 - Tekstslide

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden.

  • Nederland kreeg nog steeds het handelswaar dat ze wilde hebben.

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden.

    Slide 31 - Tekstslide

    Het cultuurstelsel
     (1830-1870)
    • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden.

    • Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch.


    Slide 32 - Tekstslide

    Bestuur tijdens het cultuurstelsel
    • Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur intact

    • Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij)
    Gouverneur-Generaal
    Gouverneur
    Resident
    Binnenlands bestuur
    Assistent-resident
    Regent
    Inlands bestuur
    Districtshoofd
    Onderdistrictshoofd
    Dorpshoofd
    Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
    Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
    Hoofd van een provincie
    Controleur
    Javaanse vorsten

    Slide 33 - Tekstslide

    Resident
    Regent

    Slide 34 - Tekstslide

    Hoe werkt het cultuurstelsel? 

    • Boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo 

    • cultuurproducten

    • Als een soort pacht (huur) want Nederland was immer eigenaar van de grond...

    Slide 35 - Tekstslide

    Hoe werkt het cultuurstelsel? 

    • Boeren met onvruchtbare grond moeten  66 dagen gratis werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

    Slide 36 - Tekstslide

    ZELFSTANDIG WERKEN

    MAKEN OPDRACHTEN

    6 T/M 8

    Klaar verder lezen in  je lesboek

    Slide 37 - Tekstslide

    Gevolgen voor Nederland
    • Indië is binnen paar jaar weer winstgevend voor Nederland.

    • 1/3 van de totale inkomsten van Nederland komt uit Nederlands-Indië

    • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten

    Slide 38 - Tekstslide

    Slide 39 - Tekstslide

    Negatieve gevolgen voor de boeren


    1. Afstaan beste grond
    2. Meer dan 1/5 deel verbouwen (regenten)
    3. Hongersnood
    4. Regenten heffen 'extra' belasting
    5. Herendiensten, in de praktijk meer dan 66 dagen

    Slide 40 - Tekstslide

    Slide 41 - Tekstslide

    Slide 42 - Tekstslide

    Slide 43 - Tekstslide

    Herendiensten

    Slide 44 - Tekstslide

    ZELFSTANDIG WERKEN

    MAKEN OPDRACHT

    9  T/M 13

    Vraag 13 is een brief

    deze moet apart worden ingeleverd via it's learning

    voor je digitale dossier

    Een aantal brieven worden voorgelezen in de klas

    Slide 45 - Tekstslide