Wo 16-11 Herhalen fictie

Woensdag 16 november
Week 46
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 16 november
Week 46

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
- De vorige les hebben we gekeken naar het PTA.
- De vorige les hebben we een oefentoets gemaakt.
- De vorige les ben je begonnen aan een opdracht over 3PAK.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je hebt geoefend met de verschillende begrippen voor de toets fictie.

Slide 3 - Tekstslide

Planning
- Herhalen fictie
- Opdracht fictie
- Nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen fictie

Slide 5 - Tekstslide

Genre is een verzameling van dezelfde soort verhalen:
  • Avonturenroman
  • Komedie 
  • Oorlogsroman
  • Thriller 
  • Science fiction
Genre

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

The Fault in Our Stars valt onder het genre:
A
Thriller
B
Komedie
C
Misdaad
D
Drama

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Grown Ups 2 valt onder het genre:
A
Thriller
B
Komedie
C
Misdaad
D
Drama

Slide 10 - Quizvraag

Fictie is verzonnen. De schrijver fantaseert, heeft het zelf bedacht.
  • Voorbeelden: leesboek, stripverhaal, game, film.

Non-fictie is niet verzonnen, dus waargebeurd. Wat er in de tekst staat is echt gebeurd en geeft informatie.
  • Voorbeelden: nieuwsbericht, biografie, journaal, kookboek.
Fictie en non-fictie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Was dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Was dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Was dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Was dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 19 - Quizvraag

Realistische fictie is wel verzonnen, maar heeft geloofwaardige karakters en problemen. Het zou echt gebeurd kunnen zijn.

In niet-realistische fictie komen er gebeurtenissen voor die onmogelijk in het echte leven kunnen voorkomen.
Realistische fictie en niet-realistische fictie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Was dit realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Was dit realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Was dit realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Was dit realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 28 - Quizvraag

Over fictie kun je je mening geven. Dit doe je met beoordelingswoorden.

Bijvoorbeeld:
  • Spannend
  • Grappig
  • Herkenbaar / niet-herkenbaar
Beoordelingswoorden

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Beoordelingswoorden

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Video

Beoordelingswoorden

Slide 33 - Woordweb

Opdracht fictie

Slide 34 - Tekstslide

1. Stripverhaal
Maak een stripverhaal van minimaal 6 plaatjes, die een gebeurtenis uit een van de verhalen uit het boek weergeeft. Laat het verhaal zien vanuit het perspectief van de hoofdpersoon
2. Interview met de hoofdpersoon
Interview een van de hoofdpersonen uit het boek, laat hem/haar commentaar geven op (één van) de gebeurtenissen in het boek. Geef genoeg informatie over de gebeurtenissen in het boek, zodat het gesprek te volgen is voor iemand die het boek niet kent. Stel minimaal 8 vragen.
3. Kahoot
Maak een Kahoot van minimaal 12 vragen over één van de verhalen uit het boek. Je verzint zelf de vragen en de antwoorden. De antwoorden moeten kloppen met het verhaal.
Opdracht fictie

Slide 35 - Tekstslide

Nakijken

Slide 36 - Tekstslide

KB
GT
H 3.1
Opdracht: 1 en 3 t/m 11

H 4.1
Opdracht:  2, 3, 4, 5, 7, 9, 10

H 5.1
Opdracht: 2 t/m 10
Nakijken
H 3.1
Opdracht: 2, 3, 4, 6a+b, 7
                    9, 11
H 4.1
Opdracht: 2 t/m 10

H 5.1
Opdracht: 3 t/m 9 en 11

Slide 37 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 38 - Open vraag