Schrijf de antwoorden per vraag op je wisbordje:
1. Plaatsen die dicht bij de Evenaar liggen, liggen op
hoge breedte / lage breedte.
2. Plaatsen die op lage breedte liggen zijn warmer/ kouder dan plaatsen op hoge breedte.
3. Elke .... meter die je omhoog gaat wordt het .... graden kouder.
4. Stel op 0 meter is het 24 graden. Wat is dan de temperatuur op 3000 meter?
5. Stel op 0 meter is het 30 graden. Wat is dan de temperatuur op 2500 meter?
6. Stel op 1000 meter is het 20 graden. Wat is dan temperatuur op 4000 meter?
7. In de stad / platteland is het vaak iets warmer?
8. Daarom regent het in de stad iets meer/ iets minder dan op het platteland.