Trede 13 - Gesteenten

Trede 13 - Gesteenten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Trede 13 - Gesteenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • het verschil tussen losse en vaste gesteenten uitleggen.
  • verklaren hoe vaste gesteenten kunnen verweren.
  • verschillende vaste gesteenten herkennen met behulp van een determineertabel.
  • verschillende bouwmaterialen koppelen aan gesteenten.
  • het verschil tussen natuursteen en kunststeen benoemen.
  • informatie afleiden uit een bron (atlas).
  • het industrieproces toepassen op de productie van baksteen.
  • toelichten welke oplossingen er bestaan voor ongebruikte groeves.
  • horizontale en verticale relaties in functie van de klei-ontginning verklaren.

Slide 2 - Tekstslide

Begin de les met het delen van de leerdoelen, zodat de leerlingen weten wat ze aan het einde van de les moeten kunnen.
Vaste en losse gesteenten
Er zijn twee soorten gesteenten: vaste en losse gesteenten. Vaste gesteenten zijn bijvoorbeeld graniet en marmer, terwijl zand en klei voorbeelden zijn van losse gesteenten.

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit wat vaste en losse gesteenten zijn en geef voorbeelden van elk.
Verweren van gesteenten
Vaste gesteenten kunnen verweren door verschillende processen, zoals vorst, plantengroei en temperatuur. 

Dit kan leiden tot erosie en sedimentatie.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit hoe vaste gesteenten kunnen verweren en welke processen hierbij een rol spelen.
Erosie en sedimentatie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwering

Vorst en dooi

Temperatuur

Planten
Water komt in de scheuren in een steen, wanneer het vriest zet het water uit en verbrokkelt de steen.
Door grote temperatuurverschillen zetten stenen uit en krimpen ze weer. Hierdoor verbrokkelt vast gesteente
Wortels kunnen zich doorheen de bodem tot aan de ondergrond begeven. De druk van de wortels doet het gesteente splijten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Determineren van gesteenten
Met behulp van een determineertabel kunnen verschillende soorten vaste gesteenten worden herkend. Een determineertabel is een tabel met kenmerken van gesteenten, zoals kleur, textuur en hardheid.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het gebruik van een determineertabel en geef voorbeelden van gesteenten die ze kunnen herkennen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwmaterialen en gesteenten
Verschillende bouwmaterialen worden gemaakt van verschillende gesteenten. 

Bijvoorbeeld, marmer wordt gebruikt voor vloertegels en graniet wordt gebruikt voor aanrechtbladen.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het koppelen van bouwmaterialen aan de juiste gesteenten.
Natuursteen en kunststeen
Natuursteen is gesteente dat in de natuur voorkomt en wordt gebruikt voor bouwmaterialen. 

Kunststeen is een imitatie van natuursteen en wordt gemaakt van bijvoorbeeld beton of kunststof.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen natuursteen en kunststeen en geef voorbeelden van elk.
Kunststeen 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuursteen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industrieproces van baksteen
Bakstenen worden gemaakt van klei die wordt gebakken in een oven. 
Dit proces wordt het industrieproces van baksteen genoemd.

Slide 13 - Tekstslide

Laat de leerlingen het industrieproces van baksteen stap voor stap beschrijven en geef voorbeelden van toepassingen van baksteen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongebruikte groeves
Als een groeve niet meer wordt gebruikt, blijft er een groot litteken achter in het landschap


Slide 16 - Tekstslide

Laat de leerlingen nadenken over mogelijke oplossingen voor ongebruikte groeves en bespreek deze samen.
Ongebruikte groeves

Slide 17 - Tekstslide

Laat de leerlingen nadenken over mogelijke oplossingen voor ongebruikte groeves en bespreek deze samen.
Ongebruikte groeves
Gelukkig zijn er verschillende oplossingen mogelijk. 

Bijvoorbeeld: de groeve kan worden opgevuld met afval of worden omgebouwd tot een recreatiegebied.

Slide 18 - Tekstslide

Laat de leerlingen nadenken over mogelijke oplossingen voor ongebruikte groeves en bespreek deze samen.
Groeve wordt recreatiegebied

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeve wordt stortplaats

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeve als natuurgebied

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefentijd!

Ga naar je cursus en maak de omkadering van de twee leselementen.

Slide 22 - Tekstslide

Laat de leerlingen individueel of in groepen de quiz maken om hun begrip van de stof te testen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.