4.4 Hulp bij zwangerschap 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.4 Hulp bij zwangerschap
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.4 Hulp bij zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel 4.4
1. Je beschrijft methoden om bij verminderde vruchtbaarheid toch zwanger te raken.
2. Je beschrijft onderzoekstechnieken om aandoeningen bij een foetus op te sporen voor de geboorte en noemt risico’s.
3. Je verklaart het verschil in genetische variatie tussen de nakomelingen die ontstaan zijn door geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.


Slide 3 - Tekstslide

Zwangerschapsbehandeling
Om welke redenen is er soms hulp nodig bij het zwanger raken?

Slide 4 - Tekstslide

Kunstmatige inseminatie

Slide 5 - Tekstslide

IVF
Oiv hormonen rijpen bij de vrouw meerdere eicellen. 
De eicellen worden ‘geoogst’ en overgebracht naar een petrischaal
Sperma van de man wordt toegevoegd.
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder.

Vraag: hoe kan de arts zien welke eicellen bevrucht zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Welk hormoon moet de vrouw extra krijgen vóór het oogsten van de eicellen?
A
Oestrogenen
B
HCG
C
LH
D
FSH

Slide 7 - Quizvraag

                      ICSI

Een spermacel wordt geïnjecteerd in een eicel (evt meerdere)
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder


Slide 8 - Tekstslide

Meerlingen
Bij IVF en ICSI behandelingen is de kans op meerlingen groot als meerdere enbryos worden teruggeplaatst.
Tegenwoordig gebeurt dit minder vaak.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zwangerschapsdiagnostiek
Echoscopie

Slide 12 - Tekstslide

Zwangerschapsdiagnostiek
DNA test
- vlokkentest (cellen uit de placenta)
- vruchtwaterpunctie (cellen van embryo)
- navelstrengpunctie (bloed van embryo)
- NIPT test (bloed van de moeder met foetaal DNA)

Eerste drie geven kleine kans op een miskraam.

Slide 13 - Tekstslide

Zwangerschapsdiagnostiek
Wanneer:
- aangeboren afwijkingen in de familie
- leeftijd moeder (grotere kans op bijv syndroom van Down)


Dilemma: wat te doen met de uitslag?

Slide 14 - Tekstslide

Zelf lezen!

Slide 15 - Tekstslide

Doel 4.4
Je beschrijft methoden om bij verminderde vruchtbaarheid toch zwanger te raken.
Je beschrijft onderzoekstechnieken om aandoeningen bij een foetus op te sporen voor de geboorte en noemt risico’s.
Je verklaart het verschil in genetische variatie tussen de nakomelingen die ontstaan zijn door geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 16 - Tekstslide

Soa's
1. Bacteriele soa's:
Chlamydia, Gonorroe, Syfilis
2. Virale soa's
HPV, HBV (hepatitus), Herpes genitalis, HIV
3. Parasitaire Soa's
Trichomonas (eencellig organisme), Schaamluis

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk

Maak 4.4: 50,51,53,56,58 en 59
maak 4.5: 61 en 62


Slide 18 - Tekstslide