3V eindherhaling GL
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Biarritz ligt ..
A
in het zuiden aan de Middellandse Zee
B
In het zuid-westen aan de Atlantische Oceaan
C
In het westen aan de Noordzee
D
in het noordwesten bij Bretagne
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
De meeste Franstalige landen liggen in:
A
Europa
B
Afrika
C
Azië
D
Noord-en Zuid Amerika
Slide 5 - Quizvraag
Welk land hoort niet bij de landen van de francophonie?
A
Zwitserland
B
Marokko
C
Senegal
D
Zuid Afrika
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Welk van deze producten wordt het meest door Frankrijk naar het buitenland geëxporteerd?
A
wijn
B
lucht- en ruimtevaarttechnologie
C
auto's
D
cosmetica
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat kan je in Nantes niet doen?
A
stripfestival bezoeken
B
zwemmen
C
bergbeklimmen
D
met de VTT erop uit
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Sleep de ww vormen naar de goede tijd:
timer
0:40
Présent
imparfait
nous répondions
vous choisissez
je faisais
ils viennent
je m'ennuyais
nous réussissions
vous lisez
il lisait
Slide 13 - Sleepvraag
Zet in de futur proche (kleine letters, met onderwerp) ils auront
timer
0:40
Slide 14 - Open vraag
Sleep de werkwoordsvormen naar hun bijbehorende infinitif
timer
1:00
aller
faire
avoir
être
venir
vouloir
ils vont
ils font
ils ont
ils sont
ils auront
ils iront
ils seront
ils feront
ils viennent
ils veulent
ils viendront
ils voudront
Slide 15 - Sleepvraag
Noteer (zonder hoofdletters en
onder elkaar) de uitgangen vd imparfait
onder elkaar) de uitgangen vd imparfait
timer
0:40
Slide 16 - Open vraag
Maak het bezittelijke vnw zelfstandig:
mes livres - les .........
mes livres - les .........
timer
0:40
Slide 17 - Open vraag
het is 12 uur 's nachts
Il est ...........
Il est ...........
timer
0:40
Slide 18 - Open vraag
Sleep de woorden die bij elkaar horen naar elkaar
timer
1:00
se coucher
quelque chose
tout le monde
la veille
tôt
tard
se lever
rien
le lendemain
personne
Slide 19 - Sleepvraag
Welke vraag hoort bij dit antwoord?
J'ai rencontré Jean à l'école il y a 2 ans.
J'ai rencontré Jean à l'école il y a 2 ans.
A
Qui as-tu rencontré ?
B
Comment as-tu rencontré Jean?
C
Pourquoi as-tu rencontré Jean?
D
Quand as-tu rencontré Jean?
Slide 20 - Quizvraag
welk werkwoord hoort niet in dit rijtje?
A
sortir
B
réfléchir
C
choisir
D
grandir
Slide 21 - Quizvraag
Welke werkwoordsvorm klopt wel?
A
tu te leves
B
il connait
C
ils se sont douchés
D
nous choississons
Slide 22 - Quizvraag
Welk werkwoord gaat in de passé composé NIET met être?
A
arriver
B
commencer
C
descendre
D
s'habiller
Slide 23 - Quizvraag
Noteer (onder elkaar en zonder
hoofdletters) de uitgangen van de futur
hoofdletters) de uitgangen van de futur
timer
0:40
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Tot vanavond
timer
1:00
Slide 26 - Open vraag
Wat is je lievelingsland?
timer
1:00
Slide 27 - Open vraag
Fijne dag nog
timer
1:00
Slide 28 - Open vraag
Ik ben het helemaal met je eens
timer
1:00
Slide 29 - Open vraag
Hoe was het?
timer
1:00
