Les 9.1 (Einkaufen)

Kapitel 9: Einkaufen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 9: Einkaufen

Slide 1 - Tekstslide

Die Lernziele

- Am Ende dieser Stunde kennt ihr Wörter über das Thema ''Einkaufen''. 
- Am Ende dieser Stunde könnt ihr Aufgaben lösen mit diesen Wörtern 


Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen

- Aan het einde van de les kennen jullie woorden over het thema ''winkelen''. 
- Aan het einde van dit lesuur kunnen jullie opdrachten maken met deze woorden. 

Slide 3 - Tekstslide

In deze les maken jullie opdrachten. Je kunt gebruik maken van de Lernliste op bladzijde 134 in werkboek B

Slide 4 - Tekstslide

die Sahne
die Schokolade
die Milch
der Kuchen
das Eis
die Suppe
das Hackfleisch
het gehakt
de slagroom
de melk
de taart
het ijs
de chocolade
de soep

Slide 5 - Sleepvraag

het blikje
A
das Dose
B
das Blichje
C
die Dose
D
das Blich

Slide 6 - Quizvraag

de broden
A
die Brood
B
die Brote
C
das Brot
D
die Brot

Slide 7 - Quizvraag


A
das Hose
B
die Speicherbruche
C
die Hose
D
die Jeans

Slide 8 - Quizvraag


A
der Euro
B
die Euro
C
das Euro
D
die Euros

Slide 9 - Quizvraag

Welches Wort passt inhalt nicht in der Reihe?: kosten - helfen - zahlen - kaufen

Slide 10 - Open vraag

Welches Wort passt inhalt nicht in der Reihe?: das Geld - der Cent - die Kugel - der Euro

Slide 11 - Open vraag


A
die Tasche
B
der Tasse
C
die Tasse
D
die Taschen

Slide 12 - Quizvraag

Welches Wort passt inhalt nicht in der Reihe?: die Bäckerie - die Dose - die Metzgerei - der Supermarkt

Slide 13 - Open vraag

Wähle das richtige Verb: ich (verkaufe/kaufe) Brot

Slide 14 - Open vraag

Welches Wort passt inhalt nicht in der Reihe?: das Gemüse - der Supermarkt - die Butter - das Obst

Slide 15 - Open vraag

Welches Wort passt inhalt nicht in der Reihe?: die Sahne - der Schinken - die Wurst - das Hackfleisch

Slide 16 - Open vraag


A
das Kleed
B
de jurk
C
das Kleid
D
Teppich

Slide 17 - Quizvraag

das Geschäft
der Supermarkt
die Bäckerei
die Drogerie
die Metzgerei
de drogisterij 
de supermarkt
de winkel
de bakkerij
de slagerij

Slide 18 - Sleepvraag


A
die Milch
B
die Sahne
C
die Schokolade
D
die Cola

Slide 19 - Quizvraag

Ich esse gern (pasta)
A
Pasta
B
Noedel
C
Nudeln
D
Pastas

Slide 20 - Quizvraag

Ich trinke jeden Tag eine Tasse (thee)
A
Tee
B
Tea
C
Thea
D
Thee

Slide 21 - Quizvraag

Im Sommer essen meine Freunde und ich gerne ein (ijs)
A
Pizza
B
nichts
C
IJs
D
Eis

Slide 22 - Quizvraag

Was ist dein Lieblingswort aus Kapitel 9?

Slide 23 - Open vraag

Gratuliere! 

Du hast alle Aufgaben gelöst! 

Wunderbar!

Slide 24 - Tekstslide

Wunderbar!

Slide 25 - Tekstslide