Water bij de Melk - 11. Het gat in de dijk
1 / 21
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Waar woont Hans?
A
in een stad
B
in een dorp
C
op een dijk
D
naast de kerk
Slide 11 - Quizvraag
Wat brengt Hans naar zijn oom?
Slide 12 - Open vraag
Wie is een oom?
A
de broer van je moeder
B
de zoon van je tante
C
de zus van je vader
D
de moeder van je vader
Slide 13 - Quizvraag
Wat doet een dijk?
A
Een dijk is laag.
B
Een dijk houdt het water schoon.
C
Een dijk houdt het water tegen.
D
Een dijk drinkt water.
Slide 14 - Quizvraag
Waarom hoort Hans 'drup drup drup'
A
Het regent.
B
Het water staat heel hoog.
C
De dijk is kapot.
D
Hans heeft een gat in zijn jas.
Slide 15 - Quizvraag
Welke vinger stopt Hans in het gat?
Slide 16 - Open vraag
Hans heeft het koud.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer ben je moe?
A
Als je veel slaapt.
B
Als je veel eet.
C
Als je weinig eet.
D
Als je weinig slaapt.
Slide 18 - Quizvraag
Hoe lang wacht Hans?
A
1 uur
B
2 uur
C
3 uur
D
de hele nacht
Slide 19 - Quizvraag
Waarom hangt de vlag uit in het dorp?
A
Hans redt het dorp.
B
Hans is jarig.
C
De dijk is kapot.
D
De man is weg.
Slide 20 - Quizvraag
Hans loopt over de dijk.
Er zit een gat in de dijk.
Hans stopt zijn duim in het gat.
Hans wacht de hele nacht.
Hans redt het dorp.
