Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Mens & Maatschappij
SO 5.3 & 5.4
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 5.3
Slide 2 - Tekstslide
Sleepvragen
Slide 3 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij welke omschrijving?
de groei van de bevolking doordat er meer kinderen geboren worden dan er mensen sterven
de manier waarop de bevolking over een gebied verspreid is
het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied of land
hierin kun je per leeftijdsgroep het aantal mannen en vrouwen aflezen
bevolkingsdichtheid
bevolkingsgrafiek
bevolkingsspreiding
natuurlijke bevolkingsgroei
Slide 4 - Sleepvraag
Welk begrip hoort bij welke omschrijving?
een land binnenkomen om er te gaan wonen
je land verlaten om in een ander land te gaan wonen
verhuizen naar een andere woonplaats
emigratie
immigratie
migratie
Slide 5 - Sleepvraag
Maak de juiste combinaties tussen de soort reden en de situatie
Iwan ging weg uit Polen in de hoop werk te vinden in Nederland.
Mario verliet Italië om bij zijn partner Job in Nederland te gaan wonen.
Nadat een overstroming alles verwoest had, verliet Saran haar geboortedorp om naar een veiliger gebied te verhuizen.
Robel uit Eritrea vluchtte toen zijn ouders kritiek op de regering hadden en gevangen werden.
economisch
natuurlijk
sociaal
politiek
Slide 6 - Sleepvraag
Open vragen
Slide 7 - Tekstslide
In een gebied neemt de natuurlijke bevolkingsgroei af. Ook verhuizen veel mensen uit het gebied naar andere gebieden.
Wat is het gevolg voor de bevolkingsdichtheid in dat gebied?
Slide 8 - Open vraag
Of in een land veel of weinig kinderen zijn, kun je zien in een _____ (1). Je kunt daarin ook het aantal mannen en vrouwen per _______ (2) zien.
Slide 9 - Open vraag
Gebruik bron 2. Vergelijk het aantal mannen en vrouwen in de leeftijdsgroepen tot 30 jaar. Wat opvalt aan deze grafiek is en welke verklaring is hiervoor?
Slide 10 - Open vraag
Meerkeuze vragen
Slide 11 - Tekstslide
Gebruik bron 1. Kies juist of onjuist.
Deze kaart gaat over de bevolkingsspreiding in Nederland.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Gebruik bron 1. Kies juist of onjuist.
De bevolkingsspreiding in Nederland is gelijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Gebruik bron 1. Kies juist of onjuist.
In het gebied rondom de letter A (Drenthe) wonen gemiddeld 51 tot 100 inwoners per km2.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Gebruik bron 1. Kies juist of onjuist.
De bevolkingsdichtheid in het oosten van Nederland is lager dan in het westen (B).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
bevolkingsgrafiek in de vorm van een piramide
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 16 - Quizvraag
bevolking met meer ouderen dan jongeren
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 17 - Quizvraag
hoog geboortecijfer
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 18 - Quizvraag
kinderen verdienen geld voor het gezin
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 19 - Quizvraag
lage kindersterfte
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 20 - Quizvraag
In een land worden evenveel mensen geboren als er overlijden. Er komen meer mensen binnen het land wonen, dan er weggaan.
Welke zin is juist?
A
De bevolkingsgrootte groeit.
B
De bevolkingsgrootte krimpt.
C
De bevolkingsgrootte blijft gelijk.
D
Er is natuurlijke bevolkingsgroei.
Slide 21 - Quizvraag
Ook in de 16e eeuw migreerden mensen om verschillende redenen. Welke zin is juist?
A
De protestanten en joden die naar de Republiek vluchtten, deden dat om sociale redenen.
B
De werklozen uit Duitsland die werk vonden op het Nederlandse platteland verhuisden om economische redenen.
C
De meeste mensen vluchtten in die tijd om natuurlijke redenen.
Slide 22 - Quizvraag
Paragraaf 5.4
Slide 23 - Tekstslide
Sleepvragen
Slide 24 - Tekstslide
Welk kenmerk hoort bij welke voorbeeld?
In Suriname wonen verschillende volken die met elkaar vaak in het Nederlands spreken.
Joodse jongens en mannen dragen een keppeltje als ze bidden.
Tussen 14.30 en 16.30 uur sluiten veel Spaanse musea en winkels voor een middagpauze.
gewoonte
godsdienst
taal
Slide 25 - Sleepvraag
Vul in elke zin het juiste woord in.
Vooral de ____________________ cultuur heeft zich over een groot deel van de wereld verspreid.
Daardoor vermengen verschillende culturen zich: ________________.
Een voorbeeld hiervan is dat landen cultuurelementen overnemen van de Verenigde Staten, dat noem je __________________________.
Afrikaanse
amerikanisering
cultuurvermenging
cultuurverspreiding
islamisering
westerse
Slide 26 - Sleepvraag
Open vragen
Slide 27 - Tekstslide
Lees nogmaals bron 1. Bron 1 gaat over een verschil tussen de Spaanse en de Nederlandse cultuur. Noteer een overeenkomst tussen de Spaanse en de Nederlandse cultuur.
Slide 28 - Open vraag
Waar verwacht je meer Surinaamse winkels te vinden? In een Duitse stad of in een Nederlandse stad? Leg je antwoord uit.
Slide 29 - Open vraag
Meerkeuze vragen
Slide 30 - Tekstslide
Gebruik bron 1. In tegenstelling tot in de Nederlandse cultuur speelt in Spanje een groot deel van het leven zich buiten af. Over welke oorzaak van dit verschil gaat het in deze bron?
A
In Nederland moeten ouderen zelf een rollator kopen. In Spanje krijgen
alle ouderen die van de overheid.
B
In Spanje is het vaker mooi weer dan in Nederland. Daar zijn mensen dus meer buiten.
C
Nederlanders moeten langer doorwerken. In Spanje kunnen mensen
eerder met pensioen en hebben ze meer tijd om te wandelen en kletsen.
D
Spanjaarden houden meer van wandelen en kletsen dan Nederlanders.
Slide 31 - Quizvraag
Het proces waarbij een cultuur zich verspreidt over de wereld, noem je het cultuurgebied.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
In een cultuurgebied verschillen gewoonten veel van elkaar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
In welk cultuurgebied vind je landen die vroeger bij Spanje of Portugal hoorden en waar veel mensen rooms-katholiek zijn?
A
Afrikaans
B
Europees
C
Latijns-Amerikaans
D
orthodox
Slide 34 - Quizvraag
Gebruik bron 2. Welke zin legt het best uit waarom deze bron een voorbeeld is van het islamitisch cultuurgebied?
A
De islam is ontstaan in Arabië.
B
Een moskee is een islamitisch gebedshuis.
C
Een moskee is een Arabisch gebouw.
Slide 35 - Quizvraag
In Zuid-Amerika wordt veel Spaans gesproken, dat is een voorbeeld van
A
amerikanisering
B
cultuurverspreiding
Slide 36 - Quizvraag
In Europa vind je Amerikaanse merken als Coca-Cola en Starbucks, dat is een voorbeeld van
A
amerikanisering
B
cultuurvermenging
Slide 37 - Quizvraag
In Amsterdam kun je in veel restaurants hamburgers, pizza’s en sushi’s bestellen, dat is een voorbeeld van
A
cultuurvermenging
B
cultuurverspreiding
Slide 38 - Quizvraag
In Japan vind je bij de Amerikaanse keten McDonald’s teriyaki-burgers. Dat is een voorbeeld van
A
amerikanisering
B
cultuurvermenging
Slide 39 - Quizvraag
De Portugezen brachten het katholieke geloof naar de Molukken. Dat is een voorbeeld van
A
Cultuurvermenging
B
Cultuurverspreiding
Slide 40 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
Arbeidsmigranten verhuizen naar een ander land om daar te gaan werken.
B
Iemand van wie minstens een van de ouders in het buitenland geboren is, noem je iemand met een multiculturele achtergrond.
C
Nieuwe Nederlanders kun je verdelen in twee groepen: buitenlanders en immigranten.
D
Vluchtelingen komen uit landen die vroeger bij Nederland hoorden.
Slide 41 - Quizvraag
Einde toets
Controleer goed of je alle vragen hebt beantwoord.