Vernieling

H2.3.1: Mila is zo dronken dat zij door een glazen pui valt in een discotheek. Is hier sprake van vernieling?

A
Ja, ze vernielt iets wat van een ander is.
B
Nee, er is hier geen sprake van opzet.
C
Ja, omdat hier sprake is van dronkenschap valt dit handelen onder de noemer voorwaardelijke opzet.
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
WKPV-1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2.3.1: Mila is zo dronken dat zij door een glazen pui valt in een discotheek. Is hier sprake van vernieling?

A
Ja, ze vernielt iets wat van een ander is.
B
Nee, er is hier geen sprake van opzet.
C
Ja, omdat hier sprake is van dronkenschap valt dit handelen onder de noemer voorwaardelijke opzet.

Slide 1 - Quizvraag

H2.3.2: Een arrestatieteam wil een vuurwapen gevaarlijke verdachte in zijn woning aanhouden. Om toegang tot de woning te verkrijgen, verbreken ze de voordeur. Het optreden is rechtmatig. Is hier sprake van vernieling?

A
Nee, het handelen is niet wederrechtelijk.
B
Ja, wederrechtelijk is GEEN bestanddeel van vernieling.
C
Ja, degene die de deur heeft verbroken kan wel een beroep doen op een strafuitsluitingsgrond.

Slide 2 - Quizvraag

H2.3.3: Koos heeft al enige tijd ruzie met zijn buurman. Deze buurman heeft een tuinkabouter in zijn tuin staan. Op een vroege ochtend haalt Koos deze tuinkabouter uit de tuin van zijn buurman. Hij zet de tuinkabouter vervolgens op de trein. Wat is nu juist in deze situatie?

A
Hier is sprake van diefstal.
B
In bepaalde gevallen kan hier sprake zijn van vernieling.
C
Hier is GEEN sprake van vernieling of diefstal.

Slide 3 - Quizvraag

H2.3.4: Robin heeft regelmatig last van de hond van de buren omdat deze regelmatig in zijn tuin komt. Op een ochtend is Robin dit zo zat dat hij de hond van de buurman met een schot op slag doodschiet. Van welk strafbaar feit is hier sprake?

A
Hier is sprake van doodslag van een dier.
B
Hier is sprake van dierenkwelling.
C
Hier is sprake van vernieling.

Slide 4 - Quizvraag

H2.3.5: Hansje loopt door de supermarkt. Voor de grap spuit zij een spuitbus met de aldaar verkochte deodorant gedeeltelijk leeg. Is hier sprake van een strafbaar feit?

A
Ja, vernieling.
B
Nee, er is hier geen sprake van iets kapot maken of beschadigen. Er kan hier uiteraard wel sprake zijn van een overtreding van de huisregels.
C
Ja, diefstal.

Slide 5 - Quizvraag

H2.3.6: Peter en Raoul gooien met stenen richting de voordeur van een school. Op een gegeven moment raakt een van de stenen deze voordeur waardoor deze beschadigt raakt. Van welk strafbaar feit is hier sprake?

A
Baldadigheid.
B
Vernieling.
C
Vernieling onder verzwarende omstandigheden.

Slide 6 - Quizvraag

H2.3.7: Van welke vernieling is ook een schuldvariant?

A
Vernieling van een container op een schip.
B
Vernieling van een dier.
C
Vernieling van een 5G zendmast.

Slide 7 - Quizvraag

H2.3.8: Welke uitspraak is juist over vernieling?

A
Onder vernieling valt ook het wederrechtelijk toe-eigenen van goederen.
B
Bij sommige vernielingen is het NIET van belang of het vernielde goed geheel of gedeeltelijk van een ander is.
C
Een vernieling van een gebouw kent ook een schuldvariant.

Slide 8 - Quizvraag

H2.3.9: Hans betreedt een militaire kazerne en vernielt daar een legervoertuig. Van welk soort vernieling is hier volgens de wet sprake?

A
Een gewone vernieling.
B
Een vernieling van een nutsvoorziening.
C
Een vernieling van een voertuig. Dit is een strafverzwarende vernieling.

Slide 9 - Quizvraag

H2.3.10: Johan werkt als schipper op een schip. Hij krijgt ruzie met de kapitein en uit woede vernielt hij de op dat schip vervoerde auto's. Van welk soort vernieling is hier sprake?

A
Een gewone vernieling.
B
Een vernieling van een nutsvoorziening.
C
Een vernieling van een gebouw etc. Dit is een strafverzwarende vernieling.

Slide 10 - Quizvraag

H2.3.11: Johan gooit met sneeuwballen naar zijn vrienden aan de overkant van de weg staan. Hierdoor worden fietsers bijna geraakt. Van welk strafbaar feit kan hier sprake zijn?

A
Straatschenderij, indien de opzet gericht is op het baldadige gedrag.
B
Poging tot vernieling.
C
Straatschenderij, maar dan alleen als er een fietser geraakt wordt.

Slide 11 - Quizvraag