In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Risico bij beleggen en ondernemen
Lennart, Cilla, Mette en Dorien
Slide 1 - Tekstslide
Risico bij beleggen en ondernemen H2
Slide 2 - Woordweb
2.1 Risico & beleggen
Slide 3 - Tekstslide
Verwacht rendement
Beleggen
Risicopremie
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is dividendbelasting?
Slide 6 - Open vraag
Aandelen
Dividend
Slide 7 - Tekstslide
Sandra heeft één van de 4.000 obligaties van de staat gekocht voor een bedrag van € 493. De looptijd is nog 4 jaar. Alle 4.000 obligaties zijn verkocht. Hoeveel geld heeft de staat opgehaald met de uitgave van de obligaties?
Slide 8 - Open vraag
Obligaties
- staat
- bedrijf
Couponrente
Nominale waarde
Slide 9 - Tekstslide
Sandra heeft één van de 4.000 obligaties van de staat gekocht voor een bedrag van € 493. De couponrente van de obligatie is 5 % - in 2014 was dat voor Sandra € 25. De looptijd is nog 4 jaar. Alle 4.000 obligaties zijn verkocht. Hoeveel geld heeft de staat opgehaald met de uitgave van de obligaties?
Slide 10 - Open vraag
Effectief rendement =
(Couponopbrengst + koersresultaat)
---------------------------------------------
Aankoopkoers x 100%
Slide 11 - Tekstslide
Je koopt een schilderij voor € 4.000.000. Vervolgens huur je hem aan een museum, waardoor je elk jaar 5 % van het aankoopbedrag krijgt. Na 10 jaar verkoop je het schilderij aan een ander museum voor € 3.500.000. Bereken het effectief rendement.
Slide 12 - Open vraag
2.2 Risico en ondernemersvorm
Slide 13 - Tekstslide
Ondernemersrisico
Wel invloed
Weinig invloed
Slide 14 - Tekstslide
Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma (Vof)
Besloten vennootschap (bv)
Naamloze vennootschap (nv)
rechtspersoon
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Bij welke bedrijfsvormen ben je privé aansprakelijk?
A
VOF
B
BV
C
NV
D
Eenmanszaak
Slide 17 - Quizvraag
Bij deze bedrijfsvorm is er maar één eigenaar.
A
BV
B
Eenmanszaak
C
NV
D
VOF
Slide 18 - Quizvraag
Bij welke bedrijfsvorm zijn er aandelen?
A
BV
B
VOF
C
Eenmanszaak
D
NV
Slide 19 - Quizvraag
Waarin verschillen de aandelen van het NV ten opzichte van het BV?
Slide 20 - Open vraag
Bij deze bedrijfsvorm is er een rechtspersoon.
A
BV
B
NV
C
VOF
D
Eenmanszaak
Slide 21 - Quizvraag
Wat voor ondernemersrisico heeft een ondernemer weinig invloed op?