Cultuur en identiteit

Cultuur
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cultuur

Slide 1 - Tekstslide

Cultuur

Slide 2 - Tekstslide

Cultuur
- Dominante cultuur
- Subculturen
-Jongerenculturen

Slide 3 - Tekstslide

Dominante cultuur 
"De dominante cultuur is de overheersende cultuur van een land".

Slide 4 - Tekstslide

De Nederlandse cultuur

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Nederlandse cultuur

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Subcultuur 
Een subcultuur is een afwijkende cultuur binnen de cultuur van de meerderheid. Bijvoorbeeld: gamers, rappers, skaters, Tukkers, jongeren, ouderen

Welke subculturen zijn er in Nederland? 
Maak in 2-tallen een mindmap met subculturen (minimaal 4) en schrijf per subcultuur minimaal 2 kenmerken op.

Slide 9 - Tekstslide

provo's
nozems
Jongeren culturen

Slide 10 - Tekstslide

wat is het verschil tussen subculturen en jongerenculturen?
Jeugdcultuur (ook wel jongerencultuur):  een set van normen, waarden, opvattingen, gedragsvoorschriften, rituelen en stijl die gedeeld wordt door een groep waarvan de leden binnen de leeftijdsgroep 12 tot 21 vallen. Jeugdculturen zijn dus leeftijdsgebonden. 
Subcultuur: overlapt deels met de dominante jeugdcultuur, subculturen bestaan uit kleinere groepen  die afwijken van de breed gedragen jongerencultuur.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Cultuur en identiteit

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 5 cultureel zelfportret
Maak een collage waarin je de vragen beantwoordt die op de volgende dia staan.
Je mag dit digitaal maken op op een A3 vel.
Maak ook gebruik van afbeeldingen!

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 5 cultureel zelfportret:
1. Wat is jouw dominante cultuur? Welke normen en waarden, tradities en gewoonten zijn er binnen deze cultuur?
2. Tot welke subculturen behoor jij (minimaal 5)?
3. Bij welke jongerencultuur vind jij jezelf het beste passen en waarom?

Slide 15 - Tekstslide

Multicultureel
Meerdere

culturen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Eten...
Nederlandse cultuur 
Turkse cultuur 
Indonesische cultuur 
Surinaamse cultuur 
Japanse cultuur 
Engelse cultuur 

Slide 18 - Sleepvraag

Wat maakt Nederland
tot een multiculturele samenleving?

Slide 19 - Woordweb

Assimilatie

Slide 20 - Tekstslide

segregatie

Slide 21 - Tekstslide

integratie

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 6: multiculturele samenleving
Welke 3 vormen van integratie herken je in deze video?

Werk in groepjes van 4:
Iedereen zet op 1 post it een voorbeeld van assimilatie, op 1 post it een voorbeeld van segregatie en op 1 post it een voorbeeld van integratie.
Bespreek in je groepje wat jullie hebben opgeschreven.
Schrijf op wat jullie als groepje onder assimilatie, segregatie en integratie verstaan.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Opdracht 7
Waar zie jij fragmentatie?
Op school?
In je vriendengroep?
Op je sportclub?
In de klas? etc.
Is dit goed of fout en leg dit per voorbeeld uit

Slide 26 - Tekstslide

Over grenzen
Taal, religie, gewoontes en gebruiken, culturele verschillen, kunnen ook grenzen opwerpen.
Soms figuurlijk, als mensen elkaar vanwege taal of opvattingen niet begrijpen, vreemden voor elkaar zijn.
Uitsluiten - tenietdoen - overschrijden
Met grenzen kun je mensen uitsluiten:
Grenzen kun je ook tenietdoen. Eigen groepsgrenzen kun je overschrijden door anderen niet uit te sluiten, maar juist op te nemen.


Slide 27 - Tekstslide

Opdracht; wat zijn jouw grenzen
Kijk goed naar IK en WIJ en bedenk daarbij wie ZIJ dan zijn.

-Zie je natuurlijke of kunstmatige grenzen tussen “wij” en “zij”?
-Verschillen “wij” en “zij” van elkaar door etniciteit?
-Hebben “zij” een andere nationaliteit dan “wij”?
-Zijn er culturele verschillen, in taal, godsdienst, gewoontes of gebruiken, tussen “wij” en “zij”?
-Zijn er binnen jouw groep ook anderen, mensen die anders zijn, en die toch worden geaccepteerd? Die als het ware zijn ingesloten?
Noem een voorbeeld.

Slide 28 - Tekstslide

vervolg opdracht
-Zijn er anderen, mensen die anders zijn, die er bij jouw groep niet inkomen? Die worden buitengesloten?
-Voor wie de grens dicht zit? Of voor wie gewoon geen ruimte is?
Noem een voorbeeld.
-Is er binnen de wijk of buurt waar je woont een Wij en een Zij te vinden?
Denk aan ouderen-jongeren, oorspronkelijke bewoners-nieuwkomers, enz. Wat vormt de grens tussen hen? Wat voor soort grens is het?

Slide 29 - Tekstslide

Stellingen:
Stelling 1: Iedere Nederlander die naar Nederland komt moet verplicht integreren
Stelling 2: Assimilatie (het volledig aanpassen aan je nieuwe land) is de beste manier om succesvol te worden in een ander land
Stelling 3: Segregatie is slecht voor Nederland omdat wij mee moeten betalen aan bv. moskeeën, vrije dagen bij het Suikerfeest e.d.

Slide 30 - Tekstslide

Discussie 
Kies een stelling
Schrijf allemaal voor jezelf 1 voor- en 1 tegenargument op.
Breng allemaal om de beurt een argument in en reageer op elkaar.
Klassikaal: je vertelt de uitkomsten van jullie discussie.

Slide 31 - Tekstslide

Culturen en GGZ
Hoe kijken mensen uit andere culturen naar de GGZ?
In je subgroepje kies je 1 land uit Afrika. En je kiest een ander land.
Voor deze 2 landen ga je opzoeken hoe de GGZ georganiseerd is. 
1. Waar kunnen mensen met geestelijke problemen terecht?
2. Hoe worden ze geholpen? bv in een instelling of vanuit huis?
3. Kunnen ze zich verzekeren tegen de kosten?
Jullie presenteren dit aan elkaar.

Slide 32 - Tekstslide

Cultuur en zorgverlening
Op afdeling Wortel is sprake van diverse problematieken. Ook hier zijn culturen en subculturen. Bespreek met je groepje op wat voor manier deze culturen en subculturen een rol spelen in de zorg die je verleent.
Schrijf per casus op wat je tegenkomt.

Slide 33 - Tekstslide