THV2C leçon 4

Bonjour TV2H
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bonjour TV2H

Slide 1 - Tekstslide

Programme 
pour la leçon 4
Aujourd'hui (=vandaag):
  • Réviser AIMER + le/la/l’/les + ex. H + I
  • Écouter et lire sur D'Accord
  • Écouter une chanson franco-belge
mercredi 25 janvier

Slide 2 - Tekstslide

Aimer + le / la / l' / les + zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent "aimer"?

Slide 4 - Woordweb

Maak het rijtje van "aimer":
Typ in j'.... , tu...., il/elle/on...., nous..., vous..., ils/elles...

Slide 5 - Open vraag

Hoe zeg je "dol zijn op" in het Frans?

Slide 6 - Open vraag

Maak het rijtje van "adorer":
Typ in j'.... , tu...., il/elle/on...., nous..., vous..., ils/elles...

Slide 7 - Open vraag

Denk je dat het woord "détester" positief of negatief is?
A
positief
B
negatief

Slide 8 - Quizvraag

Français
Néerlandais
aimer
houden van  
adorer
dol zijn op, gek zijn op
préférer
liever hebben, meer houden van
détester
een hekel hebben aan, haten

Slide 9 - Tekstslide

Aimer, adorer, détester, préférer
Na aimer, adorer, détester, préférer => le / la / l' / les 
Na deze werkwoorden komt dus geen van.
  • J'aime le chocolat : Ik hou van chocolade.
  • J'adore la musique : Ik ben dol op muziek.
  • Je préfère le tennis : Ik houd meer van tennis.
  • Marie déteste les devoirs : Marie heeft een hekel aan huiswerk.

Slide 10 - Tekstslide

Préférer

Je préfère
Tu préfères
Il/Elle/On préfère
Nous préférons
Vous préférez
Ils/Elles préfèrent
Détester

Je déteste
Tu détestes
Il/Elle/On déteste
Nous détestons
Vous détestez 
Ils/Elles détestent

Slide 11 - Tekstslide

Hoe weet je dat een woord meervoud is in het Frans?

Slide 12 - Woordweb

Meervoud (le pluriel)
In het Frans voegen we een -s of een -x toe aan het meervoud:

La soeur =>  Les soeurs
Le jeu      =>   Les jeux


Slide 13 - Tekstslide

Supplément p.5

Exercice J:
  • Schrijf vier of meer zinnen.
  • Maak elke zin anders!
Exercice K:
  • Bedenk minstens 8 vragen die je gaat stellen aan een aantal klasgenoten om erachter te komen wat ze wel en niet leuk vinden, of lekker vinden.

Slide 14 - Tekstslide

Vous avez des questions sur le chapitre 0 ?
- regelmatige en onregelmatige werkwoorden
- de ontkenning
- bezittelijke voornaamwoorden
- aimer + lidwoord

Slide 15 - Tekstslide

D'accord
Chapitre 1 > 1.1 > 7 + 8

Slide 16 - Tekstslide

D'accord: lire
Chapitre 1 > 1.1 > 2 + 3


Slide 17 - Tekstslide

Devoirs

Apprendre:
  • Voca 1-1 F-N
  • Supplément, p.6

Faire:
  • D'accord > Chapitre 1 > 1.1 > 3
  • D'accord > Chapitre 1 > 1.3 > 3 + 4 + 5

Slide 18 - Tekstslide