MTH dipslide en sediment

Dipslide en sediment
MTH lesweek 6

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Dipslide en sediment
MTH lesweek 6

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
.
Lesplanning:

  1. Leerdoelen  
  2. Nieuwe lesstof​
  3. Opdracht​
  4. Terugblik 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
Algemeen leerdoel:
De student:​

Kan uitleggen wat een dipslide test is, hoe je deze kan uitvoeren en hoe je de uitslag moet aflezen en interpreteren​. 

Kan uitleggen wat sediment is, hoe je dit onderzoek kan uitvoeren. 

Slide 3 - Tekstslide

Urinekweek – dipslide 
Wat is een kweek?
Urine wordt uitgesmeerd op kweekplaten die een specifieke voedingsbodem bevatten
De platen worden enkele dagen onder de juiste omstandigheden bewaard (juiste temperatuur en vochtgehalte)
De ziekteverwekkers kunnen zich dan vermenigvuldigen, zodat er beter onderzocht kan worden met welke ziekteverwekker we te maken hebben

Slide 4 - Tekstslide

Urinekweek – dipslide 
Wanneer wordt urine onderzocht met een kweek?
Als andere onderzoeken niet duidelijk aangeven of het een UWI is
Wanneer AB niet helpt en je wilt kijken welke AB er nodig is
UWI bij een risicogroep
Vaak fijn om gebruik te maken van midstream urine
Meestal wordt ochtendurine gebruikt

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ziet zo’n dipslide buisje eruit?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een dipslide test?
A
Een test om de pH-waarde van urine te meten
B
Een test om het cholesterolgehalte van urine te meten
C
Een test om bacteriën in urine te detecteren (achterhalen)
D
Een test om de glucoseconcentratie in urine te meten

Slide 7 - Quizvraag

Opvangen urine 
Voor het maken van een dipslide moet eerst urine worden afgenomen
Liefst ochtendurine en midstream
De patiënt heeft een steriel potje nodig
Let goed op dat er een patiëntensticker zit op het potje
De urine moet worden opgevangen in het potje
De urine moet zo snel mogelijk worden ingeleverd, het liefst binnen 12 uur
Thuis moet de urine in de koelkast worden bewaard

Slide 8 - Tekstslide

Uitvoering dipslide 
Wat moet je nu precies doen?
Je ontvangt de urine van de patiënt en checkt of de gegevens er goed op staan
Doe niet-steriele handschoenen aan en meng het gesloten urinepotje voor je gaat testen --> niet schudden
Schroef de dop van de dipslide los, zonder het plaatje met de voedingsbodems aan te raken
Doop het plaatje in de verse urine totdat de beide voedingsbodems volledig nat zijn
Als er niet genoeg urine in het potje zit om de plaat erin te dopen, kan je de urine over het plaatje gieten
Breng het plaatje terug in de buis en schroef de dop weer vast
Zorg voor een juiste stickers op het dipslide potje
De dipslide moet minstens 18 uur rechtop in een broedstoof staan of 24 uur bij kamertemperatuur


Slide 9 - Tekstslide

Hoe voer je een dipslide test uit?
A
Door de urine te mengen met chemische oplossingen
B
Door een urinemonster op een speciale strip aan te brengen
C
Door een urinecontainer te schudden
D
Door de urine onder een microscoop te bekijken

Slide 10 - Quizvraag

Broedstoof 

Slide 11 - Tekstslide

Aflezen dipslide 
Wanneer de dipslide lang genoeg heeft gestaan is het tijd de uitslag af te lezen
De dipslide heeft een groene kant --> CLED voedingsbodem, deze geeft grampositieve en gramnegatieve bacteriën weer
De dipslide heeft ook een rode kant -->  MacConkey voedingsbodem, deze heeft alleen gramnegatieve bacteriën weer
Door deze 2 kanten weet je of de bacterie gramnegatief is of grampositief. Zo kan je beter kiezen voor een antibioticum
Je haalt de dipslide uit het buisje en vergelijkt op beide kanten de koloniedichtheid met het afbeeldingenpatroon uit de bijsluiter
Je kan dan het aantal bacteriën per milliliter urine aflezen
Bij meer dan 10.000 bacteriën per milliliter is er sprake van een UWI

Slide 12 - Tekstslide

Afleeskaart dipslide 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe lees en interpreteer je de uitslag van een dipslide test?
A
Door de kleurverandering van de strip te vergelijken met een kleurenkaart
B
Door te ruiken aan de urine
C
Door de urine onder een UV-licht te bekijken
D
Door de urine te verwarmen tot een bepaalde temperatuur

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Urinesediment 
Als je urine onderzocht wordt op sediment, bekijkt het laboratorium of er niet-oplosbare stoffen in je urine voorkomen
Deze niet-oplosbare stoffen komen meestal uit het bloed, maar het kan ook gaan om stofwisselingsproducten, schimmels of bacteriën
Dit onderzoek wordt gedaan met de microscoop
Eerst moet je dus sediment maken
Je wilt urine van minimaal 3 a 4 uur in de blaas, maar niet langer --> ery’s en leuko’s gaan kapot bij een te lang verblijf in de blaas --> ochtendurine dus niet zo geschikt

Slide 16 - Tekstslide

Uitvoering sediment 
Doe niet steriele handschoenen aan en meng het gesloten urinepotje --> niet schudden

Zorg dat er steeds 2 buizen rechts tegenover elkaar staan
Op deze manier blijft de centrifuge in evenwicht
Oneven aantal? Plaats dan een buisje met water als tegenwicht
Centrifugeer de met urine gevulde buizen 5 minuten met 2500 toeren per minuut
Laat de centrifuge rustig uitdraaien en rem de centrifuge niet af

Slide 17 - Tekstslide

Centrifuge

Slide 18 - Tekstslide

Sedimentbuisje

Slide 19 - Tekstslide

Wat is sediment?
A
Een soort bacterie die in urine groeit
B
De vaste deeltjes die in urine kunnen voorkomen en naar de bodem van een urinebuisje zakken
C
Een chemische stof die aan urine wordt toegevoegd om het te conserveren
D
Een kleurstof die wordt gebruikt bij urineonderzoek

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Hoe voer je een sedimentonderzoek uit?
A
Door de urine te centrifugeren en de vloeistof af te gieten
B
Door de urine op te warmen tot een bepaalde temperatuur
C
Door de urine te filteren
D
Door de urine te verdunnen met water

Slide 22 - Quizvraag

Wat kun je zien in het sediment? 
Je kan onder andere de volgende elementen zien:
Erytrocyten en Leukocyten
Bacteriën
Plaat- en rondeepitheelcellen
Gistcellen
Cilinders
Kristallen
Slijmdraden
Zaadcellen 
Trichomonas vaginalis

Slide 23 - Tekstslide

Uitslag sediment 
In normale omstandigheden komen er ook wat cellen voor in het sediment
Bij UWI geldt: > 20 bacteriën per gezichtsveld
> 10 leukocyten per gezichtsveld in combinatie met bacteriën geeft ook een UWI aan
Cilinders en leukocytenhoopjes zijn vaak ook teken van UWI, maar zegt niets over de plaats van infectie (blaas of nieren)

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 
Maak alleen opdracht 1 en 2 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Tot volgende week!
Tot volgende week!
Les MTH 25 maart begint om 12:30!!! 

Slide 27 - Tekstslide

Terugblikken 

Slide 28 - Tekstslide