Zakgeld - inleiding

ZAKGELD
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

ZAKGELD

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel cash geld heb je nu op zak (in je portefeuille, gsm-hoesje, boekentas....)?

A
Niets
B
Minder dan € 10,00
C
Tussen € 10,01 en € 20,00
D
Meer dan € 20,00

Slide 2 - Quizvraag

Heb je een eigen bankkaart?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Hoe kom je aan het geld in je portefeuille / spaarpot / bankrekening?
A
Zakgeld
B
Speciale gelegenheid (verjaardag, Kerstmis...)
C
Huishoudelijke klusjes (auto wassen...)
D
Ik krijg nooit geld.

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel zakgeld krijg je per maand?
A
€ 0,00
B
€ 1,00 - € 15,00
C
€ 16,00 - €30,00
D
Meer dan € 30,00

Slide 5 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je dit geld hoofdzakelijk?
A
Vrije tijd (hobby, cinema...)
B
Eten en drinken (broodje, snoep...)
C
Gsm - computer (abonnement, games...)
D
Andere

Slide 6 - Quizvraag

Vind je zakgeld nuttig?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Waarom vind je zakgeld nuttig?

Slide 8 - Open vraag

Vind je dat je voldoende zakgeld krijgt?
A
Ja, ik krijg zakgeld en ik vind dat voldoende.
B
Nee, ik krijg zakgeld, maar onvoldoende.
C
Ja, ik krijg geen zakgeld, maar vind dat niet erg.
D
Nee, ik krijg geen zakgeld, maar wil wel.

Slide 9 - Quizvraag

Krijg je je zakgeld op je bankrekening?
A
Ja
B
Nee, cash.
C
Nee, geen zakgeld.

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer kreeg je voor het eerst zakgeld?
A
Kleuterklas
B
Lagere school
C
Middelbaar
D
(Nog) niet

Slide 11 - Quizvraag