3.2 Plaattektoniek

Endogene krachten op Aarde
Platentektoniek P1-2-3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Endogene krachten op Aarde
Platentektoniek P1-2-3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je:

  • beschrijven op welke manieren de aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen;
  • de drie oorzaken van de plaatbewegingen noemen en beschrijven;

Slide 2 - Tekstslide

Platentektoniek
Platentektoniek is het bewegen van platen. Bij breuklijnen en op de randen van aardplaten treden bewegingen op, als volgt:
  1. Divergente plaatbewegingen            van elkaar af
  2. Convergente plaatbewegingen        naar elkaar toe
  3. Transforme plaatbewegingen            langs elkaar

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Platen (schollen), continentale en oceanische plaat
Platen (schollen), continentale
en oceanische plaat

Slide 6 - Tekstslide

Breuklijnen en gevolgen
  1. Transversaal/transform: langs elkaar --> heftige aardbevingen
  2. Divergent: uit elkaar
    2.1: 2 oceanische platen --> mid-oceanische rug
    2.2: 2 continentale platen --> slenk --> oceaan
  3. Convergent: naar elkaar toe
    3.1: 2 continentale platen --> plooiingsgebergte, (heftige) aardbevingen
    3.2: 1 oceanische en 1 continentale plaat: oceanische duikt onder continentale --> subductie, vulkanen (explosief door taai magma!), eilanden, trog, aardbevingen, tsunami
    3.3: 2 oceanische platen: oudste plaat duikt onder jongere plaat --> subductie (let op de plaat waar eilanden/land op ligt dit is de lichte, dus jongere plaat). Gevolgen: zie 3.2

Slide 7 - Tekstslide

Convergente beweging: 
Platen bewegen naar elkaar toe
3 manieren:
  1. 2 continentale platen botsen: Plooiingsgebergte
  2. Een oceanische en continentale plaat botsen: Subductie
  3. 2 oceanische platen botsen: Subductie
Plooiing
Als 2 continentale platen botsen, gaan ze plooiien (oftewel kreukelen) Er onstaat een gebergte.
Gebergten zoals de Alpen ontstaan op deze manier. Er kunnen zware aardbevingen onstaan bij deze beweging.
Subductie
Bij subductie verdwijnt de zware oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat. De oceanische plaat smelt wanneer deze weer in de mantel komt.
Bij deze beweging onstaan gebergten zoals de Andes. Deze beweging kan zware aardbevingen veroorzaken. Een ander kenmerk is dat er vulkanen ontstaan bij deze beweging.
Diepzeetrog
Een diepzeetrog is de plek waar de oceanische korst onder de continentale korst verdwijnt. 
Dit is een hele diepe plek in de oceaan. De diepste diepzeetrog is de Marianentrog, vlakbij Japan. Die trog is ongeveer 11 kilometer diep.

Slide 8 - Tekstslide

Wegduikende platen

  • Plaatbewegingen veroorzaken niet alleen aardbevingen, maar ook vulkanen. 
  • Regel: hoe dieper in de aarde komt, hoe hoger de temperatuur wordt. Een onderduikende plaat smelt gedeeltelijk. Er ontstaat magma dat opstijgt en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
  • Dit kan zowel bij twee oceanische platen, als bij een continentale plaat en een oceanische plaat. De zwaarste plaat duikt weg!

Slide 9 - Tekstslide

Plooingsgebergte
Gebergte waarvan de gesteentelagen plooien vertonen. Deze plooiingen ontstonden meestal door de werking van endogene krachten. Bijv. botsingen van twee continententale schollen.

Slide 10 - Tekstslide

Diepzeetroggen
Diepzeetroggen zijn super diepe inzinkingen van de zeebodem. Troggen bevinden zich altijd langs plaatgrenzen. Er moet sprake zijn van een convergente beweging, waarbij twee platen naar elkaar toe bewegen. Hier zal dus één plaat onder de andere duiken en afsmelten, dit noem je subductie.

Slide 11 - Tekstslide

Aantekening
Divergente beweging:
Platen bewegen uit elkaar
2 manieren:
  1. oceanische platen bewegen uit elkaar: Mid-Oceanische-Rug (MOR)
  2. continentale platen bewegen uit elkaar:
MOR
Bij een Mid-Oceanische-Rug bewegen 2 oceanische platen uit elkaar. Tussen die platen onstaat een ruimte (een spleet) Door die spleet komt magma uit de aarde. Dit is dus een soort vulkaan. (spleetvulkaan)
Wanneer de magma uit de aarde is stolt het snel omdat het onder water is en het daar koud is. 

Slide 12 - Tekstslide

Mid-oceanische rug(MOR)


Een voorbeeld van een mid-oceanische rug is de Mid-Atlantische rug in de Atlantische Oceaan. De mid-oceanische ruggen spelen een belangrijke rol in het proces van platentektoniek. Bij de ruggen bewegen verschillende tektonische platen van elkaar af. Het gevolg is dat er een ruimte ontstaat tussen de platen, deze ruimte zal worden opgevuld door magma uit de asthenosfeer (de laag in de Aarde onder de lithosfeer). De magma zal aan het oppervlak stollen, waardoor hier nieuwe oceanische lithosfeer zal worden gevormd. Dit zorgt ervoor dat op mid-oceanische ruggen veel vulkanisme voorkomt.
Spreidingszone?
Omdat de platen uit elkaar blijven bewegen, zal het proces door blijven gaan, waarbij steeds nieuwe lithosfeer worden gevormd bij de oceaanruggen. Men noemt in de platentektoniek een mid-oceanische rug daarom een spreidingszone. Het proces waarbij op spreidingszones oceanische korst wordt gevormd wordt oceanische spreiding genoemd.
Opdracht 5a t/m e

Slide 13 - Tekstslide

Breukgebergten
Breukgebergten ontstaan waar twee continentale platen uiteen drijven. Een
deel van het gebied langs de breuk komt omhoog (horst) of zakt weg (slenk).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Kaart

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Breuklijnen en gevolgen
  1. Transversaal/transform: langs elkaar --> heftige aardbevingen
  2. Divergent: uit elkaar
    2.1: 2 oceanische platen --> mid-oceanische rug
    2.2: 2 continentale platen --> slenk --> oceaan
  3. Convergent: naar elkaar toe
    3.1: 2 continentale platen --> plooiingsgebergte, (heftige) aardbevingen
    3.2: 1 oceanische en 1 continentale plaat: oceanische duikt onder continentale --> subductie, vulkanen (explosief door taai magma!), eilanden, trog, aardbevingen, tsunami
    3.3: 2 oceanische platen: oudste plaat duikt onder jongere plaat --> subductie (let op de plaat waar eilanden/land op ligt dit is de lichte, dus jongere plaat). Gevolgen: zie 3.2

Slide 18 - Tekstslide

Samenvattend: de plaatbewegingen en gevolgen voor de lithosfeer

Slide 19 - Tekstslide

Ancient Earth globe
Op de volgende site kun je zien hoe de aarde er miljoenen jaren geleden uitzag. 

Wat zie je als je kijkt bij het landschap dat je gaat onderzoeken?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Leerdoelen
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je:

  • beschrijven op welke manieren de aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen;
  • de drie oorzaken van de plaatbewegingen noemen en beschrijven;

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

koppel de begrippen met de juiste cijfers
1
2
3
4
5
convectiestromen
vorming lithosfeer / divergentie
afkoeling lithosfeer
subductie
lithosfeer duikt weg en smelt op

Slide 24 - Sleepvraag

Zet de begrippen bij de juiste uitleg.
Het bewegen van de aardplaten door de convectiestromen in de aardmantel
Stromingen in de magma die zich bevinden in de aardmantel.
Het vloeibare gesteente in de aardmantel dat rondom de aardkern stroomt.
Krachten die vanuit het binnenste van de aarde komen
Convectiestromen
Magma
Plaattektoniek
Endogene krachten

Slide 25 - Sleepvraag

Het bewegen van aardkorstplaten noemen we?
A
Plaatgrenzen
B
Plaattektoniek
C
Aardmantel
D
Vulkanisme

Slide 26 - Quizvraag

Als er geen plaattektoniek zou bestaan dan...…..
A
Was er maar 1 continent
B
stond alles onder water

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de drijvende kracht achter de plaattektoniek?
A
Convergente stromingen
B
Convergentie stromingen
C
Connectie stromingen
D
Convectie stromingen

Slide 28 - Quizvraag

Als platen divergeren ontstaat er
A
een gebergte
B
een oceaan
C
een rivier
D
een tsunami

Slide 29 - Quizvraag

Als de ene plaat onder de andere duikt noemen we dat
A
Divergeren
B
Convergeren
C
Subductie
D
Transforme breuk

Slide 30 - Quizvraag