Marktvormen paragraaf 3

Leerdoelen § 3: je onderscheiden van je concurrent
  1. Je kunt kenmerken noemen van een oligopolie en uitleggen hoe bedrijven op deze markt concurreren.
  2. Je kunt de prijsafzetlijn van verschillende marktvormen uitleggen.
  3. Je kunt uitleggen wat een kartel is en wat voor wetgeving hiervoor bestaat.
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen § 3: je onderscheiden van je concurrent
  1. Je kunt kenmerken noemen van een oligopolie en uitleggen hoe bedrijven op deze markt concurreren.
  2. Je kunt de prijsafzetlijn van verschillende marktvormen uitleggen.
  3. Je kunt uitleggen wat een kartel is en wat voor wetgeving hiervoor bestaat.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

1.3       Je onderscheiden van je concurrent
Prijsconcurrentie: 
Producenten concurreren met elkaar op basis van prijs.

Niet prijsconcurrentie:
Producenten concurreren met elkaar op basis van andere producteigenschappen dan prijs, bv kwaliteit en service.

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Je onderscheiden van je concurrent
Prijsstarheid: 
Producenten veranderen de verkoopprijzen van producten niet bij wijzigingen in de productiekosten.

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Je onderscheiden van je concurrent
Productdifferentiatie: 
Producenten onderscheiden zich van elkaar op product, service en marketinginspanningen.

Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Je onderscheiden van je concurrent
In een oligopolie is vaak sprake van hevige concurrentie 
(prijs of niet-prijs).

Om deze concurrentie te verminderen maken producenten
soms verboden kartelafspraken, over:
  • Prijs
  • Productieomvang
  • Verdeling van de markt

Kartels zijn verboden en de toezichthouder hierop is de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Deze organisatie kan boetes uitdelen en vergunningen intrekken bij overtredingen.




Kartel: 
Producenten maken verboden afspraken met concurrenten om de concurrentie te verminderen.

ACM: 
onafhankelijke toezichthouder die zorgt voor goed werkende markten voor mensen en bedrijven.

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 2 en 3 op pagina 40 en 41.

Slide 6 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.