H3 KGT

Hoofdstuk 3 
Wat mag wel? 
Wat mag niet? 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 
Wat mag wel? 
Wat mag niet? 

Slide 1 - Tekstslide

Misdaad en straf
  • Iedereen in Nederland moet zijn rechten en plichten kennen.


  • Je rechten en plichten zijn vastglegd in wetten.


  • een overtreding van de wet is een strafbaar feit.


  • een ernstige overtreding is een misdaad of misdrijf.

Slide 2 - Tekstslide

Een strafrechtzaak
  • Officier van justitie: probeert te bewijzen dat de verdachte schuldig is.


  • Advocaat: verdedigt de verdachte.


  • Rechter: onderzoekt of de verdachte schuldig is en bepaalt de straf.

Slide 3 - Tekstslide

  • Gedogen:
  • Niets doen tegen een wetsovertreding.


  • Terbeschikkingstelling (TBS):
  • Verplichte opname van een veroordeelde misdadiger in een psychiatrische kliniek.


  • Hoger beroep:
  • Een rechtszaak opnieuw laten voorkomen bij een hogere rechter.

Slide 4 - Tekstslide

Cursus 2 
In de tijd van pruiken en revoluties ontstonden er democratische revoluties. In Frankrijk brak de Franse Revolutie uit. De derde stand, de burgers, kwam in opstand tegen de machthebber.    

(Er zijn drie Standen: De adel, de geestelijken en de burgers.)

Slide 5 - Tekstslide

De Franse koning, die de absolute macht had, werd afgezet en in 1793 (met de guillotine ) vermoord
In Nederland richtten de patriotten in 1795 na de Bataafse Revolutie de Bataafse Republiek op.

Patriotten groep Nederlanders die meer macht voor het volk wilde (eind achttiende eeuw)

Slide 6 - Tekstslide

Cursus 3 
Hoe heten de bestuurders in Nederland? 
 
Het hoofd van de regering, zoals een minister-president, noem je een regeringsleider. 
Een lid van de regering noem je een minster. 
Een onderminister noem je een staatssecretaris. 

Slide 7 - Tekstslide

Het bestuur van ons land: 
In de grondwet staat dat de burgers een volksvertegenwoordiging kiezen. 

Een parlementaire democratie

In de grondwet staat dat de minister-president de regeringsleider is.

Slide 8 - Tekstslide

Prinsjesdag 
Prinsjesdag is de derde dinsdag in september. 
Alle leden van de Eerste en Tweede Kamer zitten dan in de Ridderzaal. 
De koning leest dan de troonrede voor. 

In de miljoenennota staat de toelichting op de financiële plannen die de regering heeft.

Slide 9 - Tekstslide

De VN 
In 1948 stelden de VN een tekst op over de mensenrechten die gelden voor mensen van de hele wereld: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Universeel betekent: voor de hele wereld.
Alle landen hebben afgesproken dat ze zich aan de tekst zullen houden. 
 Zij controleren in alle landen of ze zich aan de afspraken houden. 

Slide 10 - Tekstslide

De Blauwhelmen 
VN 'neutrale'soldaten

 
Taken: strijdende partijen uitelkaar halen en burgers beschermen.

Herkenbaar aan hun blauwe helmen. 

Slide 11 - Tekstslide