Kunstgeschiedenis - Grieken

Kenmerken Griekse
kunstgeschiedenis
1 / 31
volgende
Slide 1: Woordweb
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kenmerken Griekse
kunstgeschiedenis

Slide 1 - Woordweb

Grieken

  • Ca. 800 - 150 v. Chr.
  • 776 v. Chr. Begin Griekse jaartelling, eerste   Olympische Spelen.
  • Groot gebied, toch eenheid.
  • Verschillende stadstaten,  eigen  bestuur.
  • Politiek, wiskunde,   filosofie,  literatuur,   kunst,   Olympische spelen.
  • Mens als middelpunt (menselijke maat).
  • Religie: mythen

Slide 2 - Tekstslide

3 tijdsperiodes
  • Archaïsch (ca. 800 – 480 v. Chr.)
       - "Uit het begin"
       - Statisch en gestileerd
  • Klassiek ((480– 323 v. Chr.)
       - Bloeiperiode
       - Grote variatie
       - Harmonie en evenwicht
  • Hellenistisch (323 – ca. 150 v. Chr.)
       - "Grieks-achtig": mengvorm 
       - Theatraal, emotioneel, dynamisch
 

Slide 3 - Tekstslide

Schilderkunst
  • Weinig schilderkunst bewaard gebleven,   behalve op vazen. 
  • Vazen in allerlei soorten en maten,       beschilderde vazen vaak bijzonder functie.
  • Voorstellingen op vazen enorme bron van      informatie over Griekse cultuur.

Slide 4 - Tekstslide

Geometrisch (ca. 1000 – 700 v. Chr.)
  • Dipylonvazen => graven
  • Invloed Egyptische kunst
  • Meander = kronkelende versiering
  • Horror vacui = angst voor leegte
Zwartfigurig (v/a ca. 700 v. Chr.)
  • Zwarte slib op rode klei.
  • Voor het eerst worden gesigneerd.
  • Er komen meer kleuren, o.a. wit er     purper.
  • Er wordt naar de werkelijkheid     gekeken, voor het eerst romp in     verkort.
  • Mythologische scenes en dagelijks     leven. 
Roodfigurig (v/a ca. 530 v. Chr.)
  • Rode figuren uitgespaard.
  • Hierdoor meer details.
  • Zelfde motieven als bij zwartfigurige stijl. 
  • 6e eeuw hoogtepunt, sterft     af in de 4e eeuw.

Slide 5 - Tekstslide

Zet de stijlen in de juiste volgorde. 

Slide 6 - Sleepvraag

Beeldhouwkunst
  • Religieus van aard (bijv. voor in het graf).
  • Levensgrote beelden v/a 660 v. Chr. 
  • Streven naar volmaaktheid, schoonheid is     teken van goddelijkheid. 
  • Marmeren beelden oorspronkelijk               polychroom = meerkleurig 
  • Bronzen beelden verdwenen, marmeren          kopieën uit Romeinse tijd.

Slide 7 - Tekstslide

Replica van de Griekse speerdrager uit brons. 
Romeinse kopie uit marmer. 

Slide 8 - Tekstslide

Archaïsche periode: ca. 800 – 480 v. Chr.
  • Kouroi (man), korè (vrouw)
  • Archaïsche glimlach
  • Stijf, frontaal, gestileerd
  • Linkervoet voor, vuisten
  • Amandelvormige ogen
  • Invloed Egyptische kunst

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Klassieke periode: 480– 323 v. Chr.
  • Hoofd niet recht vooruit, natuurlijker
  • Anatomische perfectie, harmonie
  • Contraposto
  • Polykleitos canon
  • Vanaf 4e eeuw sierlijker => 
       hoofd: lichaam dan 1 : 9 i.p.v. 1 : 8 

Slide 11 - Tekstslide

Venus van Milo (Romeinse kopie)
Poseidon van Artemision
Wagenmenner 
van Delphi
Apollo van Belvedere (Romeinse kopie)

Slide 12 - Tekstslide

Aphrodite van Praxitelles, 360 v. Chr. (Romeinse kopie)
Eerste vrouwelijke naakt. 
Discuswerper
Bronzen kopie 2e eeuw
Verschillende Romeinse kopieën

Slide 13 - Tekstslide

Hellenistische periode (323 – ca. 150 v. Chr.)
  • Invloed andere culturen (barbaros)
  • Overdreven, theatraal, gespierd
  • Pathos = edel lijden
  • Dynamisch, ingewikkeld
  • Complexe composities: groepen
Hellenistische beelden stralen vaak een enorme kracht en dynamiek uit. De kracht van de man wordt hier nog eens extra benadrukt door de uitgebluste houding van de vrouw, die op het punt staat te sterven. Misschien is ze neergestoken door haar man voordat hij zichzelf van het leven berooft. 

Slide 14 - Tekstslide

Laocoöngroep
Stervende Galliër 
Welke compositievorm hebben deze beelden? 

Slide 15 - Tekstslide

Welke compositievorm hebben de beelden op de vorige slide?
A
Horizontaalcompositie
B
Verticaalcompositie
C
Driehoekscompositie
D
Over-all compositie

Slide 16 - Quizvraag

Zet deze Griekse beelden op volgorde van ontstaan. 

Slide 17 - Sleepvraag

Bouwkunst
  • Tempel: huis van een god
  • Woont als beeld in de cella
  • Altaar vóór de tempel
  • Drie bouwordes
  • Optische harmonie
  • Gulden snede
  • Theaters

De oudste bewaard gebleven Griekse bouwwerken zijn de tempels. Deze werden al vroeg in duurzame natuursteen gebouwd, terwijl voor de overige bouwwerken meestal hout werd gebruikt. De tempels waren opgedragen aan één van de Griekse goden.

Slide 18 - Tekstslide

Dorische orde:   
  • Kussenvormig kapiteel
  • Fries met metopen en trigliefen
  • Geen basement
  • Vrij zware zuilen met cannelures

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Metopen zijn de reliëfs tussen de trigliefen op het fries.

Slide 21 - Tekstslide

Ionische Orde
  • Kapiteel met voluten
  • Zuilen met een basement
  • Slankere zuilen met cannelures
  • Architraaf bestaande uit drie           horizontale balken
  • Fries met doorlopend   beeldhouwwerk of kaal. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Korintische orde
  • Kapiteel met acanthusbladeren
  • Variant van de Ionische orde
  • Slanker en weelderigere versieringen.
  • Meer door Romeinen dan door Grieken toegepast. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Dorische orde
Ionische Orde
Korintische Orde

Slide 26 - Sleepvraag

Welke orde heeft geen basement?
A
De Dorische orde
B
De Ionische orde
C
De Korintische orde
D
De composiet orde

Slide 27 - Quizvraag

Akropolis (Heilige rots van Athene)

Slide 28 - Tekstslide

Parthenon
  • 450 en 435 v. Chr. 
  • Belangrijkste monument
  • Dorische orde
  • Optische harmonie

Ereichteion
  • Ca. 420 v. Chr. 
  • Ionische orde 
  • Kariatiden

Tempel van Nike
  • Ca. 420 v. Chr. 
  • Ionische orde 

Slide 29 - Tekstslide

Gulden snede
  • Harmonie 
  • Ook in de natuur
  • Verhouding ca. 1 : 1,6
  • Fibbionacci reeks 
  • 1 : 1  : 2 : 3 : 5 : 8 : 13 : 21
  • Ontdekt tijdens Renaissance 



https://www.youtube.com/watch?v=17YOp6j7i6k

Slide 30 - Tekstslide

 Grieks theater
  • Belangrijk in dagelijks leven
  • Tegen heuvel, natuur als decor
  • Acteurs uitsluitend mannen
  • Komedie en tragedie
  • Maskers

Slide 31 - Tekstslide