De crisistijd (thema 12)

De crisistijd
3.3 De Crisistijd #1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De crisistijd
3.3 De Crisistijd #1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  1. terugblik op vorige les
  2. intro op deze les
  3. leerdoelen
  4. uitleg met checkvragen
  5. leerdoelen check

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er met de economie in de jaren 1920 in de westerse landen?
A
De economie werd steeds slechter
B
De economie werd steeds beter
C
De economie bleef hetzelfde als ervoor

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er in Amerika in de jaren 1920?
A
De mensen gingen steeds meer producten kopen
B
De mensen namen steeds meer leningen bij de bank
C
De lonen van de medewerkers ging omlaag
D
De economie werd steeds slechter

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heette de leider van Italië in de jaren 1920?
A
Adolf Hitler
B
Albert Plesman
C
Al Capone
D
Benito Mussolini

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mussolini was een fascist. Hij werd een totalitair dictator. Hoe kwam dat?
A
Hij greep de macht door de koning af te zetten
B
Hij Kreeg de macht van de koning
C
Er was tijdelijk geen leider, hij nam die plaats in
D
De mensen stemden voor hem.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen
  1. hoe het ging met de economie in de jaren 1930
  2. hoe antidemocratische partijen opkwamen 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beurscrash 1929
Belangrijke oorzaken: 

-overproductie, dalende prijzen, ontslaggolf
 -kopen op afbetaling

Grote gevolgen:
-faillissementen
-Amerikaanse crisis wordt wereldcrisis
-Duitsland komt zwaar in de problemen 
Een "beurscrash" is als een enorme achtbaanrit op de aandelenmarkt. Stel je voor dat de waarde van de aandelen heel snel en plotseling daalt, net als wanneer je in een achtbaan naar beneden suist. Mensen raken in paniek en beginnen hun aandelen te verkopen omdat ze denken dat ze anders veel geld zullen verliezen. Het kan leiden tot financiële problemen en de hele economie kan een hobbelige rit maken. 
Overproductie betekend dat bedrijven veel meer producten maken dan dat de mensen kopen. Daardoor verkopen ze de producten niet en kost het veel geld.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen voor Nederland en Duitsland
Werkloosheid en armoede

Uitkeringen voor werklozen

Stempelkaart tegen zwartwerken

Een "uitkering" is geld dat de overheid aan mensen geeft als ze bijvoorbeeld geen werk hebben of niet genoeg verdienen om van te leven. Het is een soort financiële hulp waarmee mensen hun basisbehoeften kunnen betalen, zoals eten, huisvesting en andere belangrijke dingen. Uitkeringen zijn bedoeld om te helpen wanneer mensen het moeilijk hebben om zelf genoeg geld te verdienen
"Zwartwerken" betekent werken en geld verdienen zonder dit officieel te melden aan de overheid. Het wordt ook wel informeel werken genoemd. Mensen die zwartwerken, krijgen vaak contant geld voor hun werk en betalen geen belastinge

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de juiste combinaties. Sleep de woorden naar de juiste omschrijving
systeem met kaarten voor controle van werklozen
geld dat iemand krijgt
lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid
economische crisis
stempelen
uitkering

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de feiten in de juiste volgorde
In Nederland en Duitsland ontstonden werkloosheid en armoede
De crisis werd door de handelscontacten in de wereldeconomie over de hele wereld verspreid
Amerikanen kochten minder producten
Amerikaanse bedrijven gingen minder produceren of sluiten

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antidemocratische partijen
Na WO1 is er crisis in Duitsland
Veel werkloosheid
Veel armoede
De NSDAP (de partij van Hitler) wordt heel groot
       Zij beloven werk en geld voor iedereen

NSDAP betekent: Nationaal Socialistische Duitse ArbeidersPartij.
Deze politieke partij is tegen de democratie, totalitair (zij bepalen alles), gewelddadig en heel erg fan van hun eigen land, net als de fascisten in Italië, maar dan ook nog eens racistisch.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Dit is een stukje uit de serie Alfred Jodokus Kwak. De vergelijking met Adolf Hitler en de NSDAP is enorm groot. Adolf Hitler wordt weergegeven door Dolf de Kraai en de NSDAP door de Kraaienpartij. deze video laat heel goed zien hoe de Kraaienpartij (of NSDAP) groot werd.
Opkomst Hitler
In 1932 wordt Hitler leider van de NSDAP.
Veel Duitsers stemden op de NSDAP.
In 1933 wordt de NSDAP de grootste partij.

--> Hitler wordt Rijkskanselier (president) van Duitsland.
--> Duitsland wordt een dictatuur.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In nederland
NSB --> Nationaal socialistische beweging

Niet zo groot, Nederlanders stemden op gematigde partijen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist
Onjuist
Bij de verkiezingen van 1932 werd de NSDAP de grootste partij in Duitsland
De antidemocratische NSB was in Nederland minder populair dan de NSDAP in Duitsland
De president van Duitsland benoemde Hitler in 1933 tot dictator
Door de crisis stemden veel Duitsers in 1932 op de nationaalsocialistische partij van Hitler
In 1932 werd Duitsland een republiek met een parlementaire democratie

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Italiaanse fascisten
Duitse nazi's
Past wel
Past wel
antidemocratisch
antidemocratisch
extreem nationalistisch
extreem nationalistisch
Gewelddadig
Gewelddadig
racitisch
racitisch
totalitair
totalitair

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding.
De afbeelding is van...
A
een gematigde partij in Nederland
B
een gematigde partij in Duitsland
C
een radicale partij in Nederland
D
een radicale partij in Duitsland

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De partij was een radicale partij in Nederland.
Deze partij kreeg .... bij de verkiezingen
A
veel stemmen
B
weinig stemmen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Ga naar: wakelet.com
gebruik deze code om in te loggen: xcixpblm

Je leeft je in in het leven van personen uit de crisistijd. 
Je doet net alsof er al twitter (X) was in die tijd en maakt een tweet over een gebeurtenis uit die tijd.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan antwoord geven op de leervraag:

Hoe ging het met de economie in de jaren 1930?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan antwoord geven op de leervraag:

Hoe kwamen antidemocratische partijen op?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies