fouten verbeteren D

Volgorde van woorden in de zin?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Volgorde van woorden in de zin?

Slide 1 - Tekstslide

1. Hoe gaat het met jouw?

Slide 2 - Open vraag

2. Ik heb naar mijn familie in Polen geweest.

Slide 3 - Open vraag

3. Ging je naar andere land ook?

Slide 4 - Open vraag

4. Want er is een heel mooi weer.

Slide 5 - Open vraag

5. Er was druk in het vliegtuig.

Slide 6 - Open vraag

6. Mensen zijn beetje verdrietig want op deze dag zo veel mensen hebben dood gegaan.

Slide 7 - Open vraag

7. Op vakantie, ik heb niks speciaals gedaan.

Slide 8 - Open vraag

8. Er waren heel lichtjes.

Slide 9 - Open vraag

9. Op deze feestdag hebben we een wedstrijd en we samen eten met mensen.

Slide 10 - Open vraag

10. Op feestdagen, de winkels zijn open

Slide 11 - Open vraag

11. In ons land, kerst is de grootste feestdag.

Slide 12 - Open vraag

12. Op deze feestdag mensen gaan naar de kerk.

Slide 13 - Open vraag

13. We gaan alle familie in een mij oma’s huis.

Slide 14 - Open vraag

14. Het waren een mooie taart.

Slide 15 - Open vraag

15. Ik heb bakten met mijn moeder een lekkere cake.

Slide 16 - Open vraag

16. Het was mijn eerste tijd om te bakken.

Slide 17 - Open vraag

17. De hele familie bijeenkomen.

Slide 18 - Open vraag

18. Sommige winkels zijn open en sommigen winkels zijn sluiten.

Slide 19 - Open vraag

19. Ik pratte en horde Nederlands niet veel.

Slide 20 - Open vraag

20. We deden foto’s gemaakt.

Slide 21 - Open vraag

21. Mensen eerst gaat naar de kerk en mensen draag mooie kleding.

Slide 22 - Open vraag

22. De kinderen draag verkleedkleren.

Slide 23 - Open vraag

23. Op 31 december veel mensen koop alcohol.

Slide 24 - Open vraag

24. De feestdag is verschillend elke jaar.

Slide 25 - Open vraag

25. In mijn land de grootste feestdag is zomerfeest.

Slide 26 - Open vraag