havo 3 werkwoorden en woordenlijst MP
wat zijn de vormen van haben ( tegenwoordige tijd) ook het persoonlijk voornaamwoord erbij
1 / 10
Onderdelen in deze les
wat zijn de vormen van haben ( tegenwoordige tijd) ook het persoonlijk voornaamwoord erbij
Slide 1 - Open vraag
Vertaal:
jij bent
jullie zijn
jij bent
jullie zijn
Slide 2 - Open vraag
Vertaal: jij antwoordt, hij meldt, jullie werken
Slide 3 - Open vraag
vertaal
hij wordt, jullie zullen
hij wordt, jullie zullen
Slide 4 - Open vraag
vertaal: kunt u mij uitleggen , waar ik een fiets kan huren?
Slide 5 - Open vraag
Vertaal:
an der Kreuzung mit den Ampeln nach rechts
an der Kreuzung mit den Ampeln nach rechts
Slide 6 - Open vraag
vertaal: zu Weihnachten
zu Ostern
zu Ostern
Slide 7 - Open vraag
was ist KEIN instrument?
die Flöte, das Klavier, die Feier, das Schlagzeug, die Geige
die Flöte, das Klavier, die Feier, das Schlagzeug, die Geige
Slide 8 - Open vraag
welke voorzetsels hebben een 4e naamval bij zich?
Slide 9 - Open vraag
Vertaal:
Waar spreken we af?
bei mir zu Hause
Waar spreken we af?
bei mir zu Hause
