Verbintenissenrecht Schade - Vakleer legal

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke rechtsgebieden vielen ook alweer onder het privaatrecht?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Welke andere verbintenissen kan je bedenken behalve de koopovereenkomst?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Marieke koopt een paar nieuwe laarzen van 50 euro bij schoenenwinkel Smits.
Welke plicht heeft Marieke?
A
De schoenen leveren
B
De schoenen ontvangen
C
De koopsom betalen
D
De koopsom ontvangen

Slide 6 - Quizvraag

Marieke koopt een paar nieuwe laarzen van 50 euro bij schoenenwinkel Smits.
Welk recht heeft Marieke?
A
De schoenen leveren
B
De schoenen ontvangen
C
De koopsom betalen
D
De koopsom ontvangen

Slide 7 - Quizvraag

Alisia bestelt online een nieuwe Iphone voor 1200 euro bij de Mediamarkt. Welke rechten en plichten ontstaan uit deze verbintenis?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Andreas, Pia en Hanna lopen samen in de stad. Pia koopt bij de Hema een broodje. Andreas loopt ondertussen rond in de Hema en stopt stiekem een paar pennen in zijn jaszak en loopt ermee naar buiten. Hanna loopt ook door de Hema, maar als ze weg wil gaan loopt ze tegen een andere meneer aan die daardoor valt en het glas van zijn bril breekt door de val.
Wie pleegt hier een onrechtmatige daad?
A
Andreas, Pia en Hanna
B
Alleen Andreas
C
Andreas en Pia
D
Alleen Pia

Slide 12 - Quizvraag

Marisella loopt langs een weiland en ziet een paard. Ze wil hem iets voeren en plukt een plant uit de berm die ze aan hem geeft. Het blijkt Jacobskruidkruid wat giftig is voor paarden en het paard overlijdt. Heeft Marisella een onrechtmatige daad gepleegd?
A
Ja, want ze heeft het paard vergiftigd.
B
Nee, want ze wist niet dat het kruid giftig was.
C
Nee, want de eigenaren van het paard moesten dat kruid uit de berm verwijderen.
D
Nee, want een paard is geen voorwerp.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Bea is werkeloos en wil graag een nieuwe baan. Ze zit druk te schrijven aan een sollicitatiebrief op haar balkon. Dan schrikt ze omdat vlak naast haar een planten pot kapot valt. Het is een planten pot van de bovenburen die de kat van de bovenburen naar beneden heeft gegooid. Bea vergeet daardoor haar sollicitatiebrief af te maken en op te sturen. Ze stelt de buren aansprakelijk voor dat ze haar droombaan heeft misgelopen. Zijn de buren aansprakelijk?
A
Ja, want er is een onrechtmatige daad gepleegd door hun kat en daar zijn ze aansprakelijk voor.
B
Nee, want ze zijn niet aansprakelijk voor wat hun kat doet. Die kan je dat niet leren.
C
Ja, want Bea heeft schade opgelopen. Anders had ze nu werk gehad.
D
Nee, want er is geen duidelijke oorzaak en gevolg (causaal verband) tussen de planten pot en de baan mislopen.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Marlies loopt langs het huis van haar buurman Bart. Ze ziet door het raam dat Bart bewusteloos op de grond ligt in de huiskamer. Ze klopt op het raam en belt aan, maar Bart komt niet bij. Ze belt 112 en slaat vervolgens het ruitje van de voordeur in zodat ze de deur open kan maken. Bart blijkt een hartaanval te hebben en Marlies kan hem gelukkig reanimeren.
Heeft Marlies een onrechtmatige daad gepleegd?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Marlies loopt langs het huis van haar buurman Bart. Ze ziet door het raam dat Bart bewusteloos op de grond ligt in de huiskamer. Ze klopt op het raam en belt aan, maar Bart komt niet bij. Ze belt 112 en slaat vervolgens het ruitje van de voordeur in zodat ze de deur open kan maken. Bart blijkt een hartaanval te hebben en Marlies kan hem gelukkig reanimeren.
Op welke rechtvaardigingsgrond kan Marlies een beroep doen?
A
Noodweer
B
Overmacht
C
Toestemming
D
Ambtelijk bevel

Slide 19 - Quizvraag

Jim en Daisy zitten samen op school. Jim zit te werken achter zijn laptop. Daisy zit iets verder op in het lokaal. Jim heeft een pen nodig en vraagt aan Daisy of hij er een mag lenen. Daisy zegt dat hij hem maar moet komen halen. Jim heeft daar geen zin in en zegt dus dat Daisy haar etui maar moet gooien. Daisy gooit haar etui. Het etui komt tegen het scherm van Jim zijn laptop. In het scherm ontstaat een barst.
Heeft Daisy een onrechtmatige daad gepleegd?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Jim en Daisy zitten samen op school. Jim zit te werken achter zijn laptop. Daisy zit iets verder op in het lokaal. Jim heeft een pen nodig en vraagt aan Daisy of hij er een mag lenen. Daisy zegt dat hij hem maar moet komen halen. Jim heeft daar geen zin in en zegt dus dat Daisy haar etui maar moet gooien. Daisy gooit haar etui. Het etui komt tegen het scherm van Jim zijn laptop. In het scherm ontstaat een barst.
Op welke rechtvaardigingsgrond kan Daisy een beroep doen?
A
Overmacht
B
Noodweer
C
Ambtelijk bevel
D
Toestemming

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Willemijn gooit een molotovcocktail door de brievenbus bij haar buurman Sander. Sander schrikt wakker en kan nog net op tijd naar buiten komen, maar zijn been is wel verbrand en zijn huis is flink beschadigd door de brand.
De schade aan Sander zijn been is...
A
Materiële schade
B
Immateriële schade
C
Affectieschade

Slide 24 - Quizvraag

Willemijn gooit een molotovcocktail door de brievenbus bij haar buurman Sander. Sander schrikt wakker en kan nog net op tijd naar buiten komen, maar zijn been is wel verbrand en zijn huis is flink beschadigd door de brand.
De schade aan het huis van Sander is....
A
Materiële schade
B
Immateriële schade
C
Affectieschade

Slide 25 - Quizvraag

Willemijn gooit een molotovcocktail door de brievenbus bij haar buurman Sander. Sander schrikt wakker en kan nog net op tijd naar buiten komen, maar zijn been is wel verbrand en zijn huis is flink beschadigd door de brand.
Sander is sinds het incident ontzettend bang en durft niet meer in huis te slapen. Hij heeft ook begeleiding van een psycholoog.
De angst van Sander is...
A
Materiële schade
B
Immateriële schade
C
Affectieschade

Slide 26 - Quizvraag