2.5 Formule met letters

woordformules 
Wat zijn dit precies en hoe werken ze? 
Je leert hoe je formules met letters moet maken
opdracht 71 klassikaal
theorie A 
theorie B 
Maak opdracht 72 t/m 80 
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd? 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

woordformules 
Wat zijn dit precies en hoe werken ze? 
Je leert hoe je formules met letters moet maken
opdracht 71 klassikaal
theorie A 
theorie B 
Maak opdracht 72 t/m 80 
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 71 
klassikaal

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie A en B 
blz 79 en blz 80

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Een appelboom bevat 65 appels. Elke dag vallen er gemiddeld 5 appels van de boom. Welke woordformule hoort hierbij? (appels aan boom = ....)

Slide 5 - Tekstslide

De lege regels worden ingevuld door beschrijvingen op het bord
appels aan boom = 65 - 5∙aantal dagen.

Na welke dag zijn alle appels van de boom?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Formules met letters
appels aan boom = 65 - 5∙aantal dagen

 





Slide 7 - Tekstslide

De lege regels worden ingevuld door beschrijvingen op het bord
Formules met letters
a = 65 - 5 ∙ d



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mag je 7∙3 verkorten? (dus zonder vermenigvuldigingsteken)
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Formules met letters
Formules zonder een verhaal 
"Bereken 8 - 4n voor n = 5"



Slide 10 - Tekstslide

De lege regels worden ingevuld door beschrijvingen op het bord
Bereken 3(k-5) voor k = 9
A
34
B
12
C
7
D
3/4

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Formules met letters
Bij Hotel de Maan kan de prijs voor een kamer als volgt worden berekend: 
p = 60n + 140 ( p = prijs in euro's en n = aantal nachten)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

p = 60n + 140
Bereken hoeveel je moet betalen voor 4 nachten verblijf
A
240 euro
B
744 euro
C
604 euro
D
380 euro

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

p = 60n + 140
Familie de Vries moet 560 euro betalen. Hoeveel nachten zijn ze gebleven?
A
4 nachten
B
5 nachten
C
6 nachten
D
7 nachten

Slide 14 - Quizvraag

Wie het antwoord goed had, gaat verder met de opdrachten. Anderen letten nog op bij de uitwerking. 
Aan de slag
Maak opdracht:

72, 73, 74 en 75

Klaar? Kijk je werk na
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak opdracht:

76, 77, 78, 79 en 80

Klaar? Kijk je werk na
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordformules 
Wat zijn dit precies en hoe werken ze? 
Je leert hoe je formules met letters moet maken
opdracht 71 klassikaal
theorie A 
theorie B 
Maak opdracht 72 t/m 80 
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies