Doel: aan het einde van de les weet je wat ''interne logistiek'' betekent en kan je de interne logistiek van het Neon College verbeteren.
Hoe?
- Lessonup
- Creatief aan het werk
Duur: 2 lessen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
D&PVoortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Thema 12, taak 3 - Interne logistiek
Doel: aan het einde van de les weet je wat ''interne logistiek'' betekent en kan je de interne logistiek van het Neon College verbeteren.
Hoe?
- Lessonup
- Creatief aan het werk
Duur: 2 lessen
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent ''interne logistiek''?
Slide 2 - Woordweb
In elke organisatie is sprake van distributie (het vervoeren van bijvoorbeeld materialen van de ene plaats naar de andere). Dit noemen ze interne logistiek. Deze logistiek zorgt dat de juiste materialen en middelen op de werkplek komen. Deze interne logistiek gaan we bekijken voor een ziekenhuis.
Welke materialen en middelen denk je dat nodig zijn op de operatiekamer van een ziekenhuis?
Slide 4 - Open vraag
Welke materialen en middelen denk je dat nodig zijn op de patiëntenkamer van de kinderafdeling in het ziekenhuis?
Slide 5 - Open vraag
Welke materialen en middelen denk je dat nodig zijn in het bezoekersrestaurant van een ziekenhuis?
Slide 6 - Open vraag
Welke materialen en middelen denk je dat nodig zijn in het winkeltje in de centrale hal van een ziekenhuis?
Slide 7 - Open vraag
Logistiek in een ziekenhuis: patiëntenvervoer
Een ziekenhuis kent vele logistieke stromen. Want naast middelen en materialen is er ook patiëntenvervoer. Ook patiënten moeten soms met een bed verplaatst worden in het ziekenhuis. Het vervoeren van patiënten wordt gedaan door medewerkers die zorgen dat de patiënt op de juiste wijze op de goede plek komt.
Slide 8 - Tekstslide
Waarom zou een patiënt verplaatst moeten worden in een ziekenhuis?
Slide 9 - Woordweb
Wat is belangrijk bij het vervoeren van patiënten in een ziekenhuis?
Slide 10 - Woordweb
Maak de opdrachten uit het boekje. Dit mag zelfstandig, in tweetallen of samen met de docent
Ben je klaar?
- Lever de gemaakte opdrachten in (zorg dat jouw naam erop staat).
- Ga rustig wat voor jezelf doen.
- Je bent rustig aan het werk
- Als je iets wil vragen, steek je jouw vinger op
- Je blijft op jouw plek zitten
- Je hebt alleen het boekje en een pen of potlood nodig (je mag jouw chromebook gebruiken)