Argumentatiestructuren 20-april

ARGUMENTATIESTRUCTUREN
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ARGUMENTATIESTRUCTUREN

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les (4&5) weet/kan je

- wat een argumentatiestructuur is
- welke soorten argumentatiestructuren er zijn
-de redenering uit de tekst halen en deze in een blokjesschema/argumentatieschema plaatsen

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatiestructuren

1. enkelvoudige argumentatie
2. onderschikkende argumentatie -->  (afhankelijk)
3. nevenschikkende argumentatie --> (onafhankelijk)
4. onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 3 - Tekstslide

Standpunt
Standpunt
Argument
Argument
Argument
Argument
Sub-argument
Standpunt
Enkelvoudige
argumentatie
Nevenschikkende
argumentatie
Onderschikkende
argumentatie

Slide 4 - Tekstslide






Als er bij een standpunt maar één argument gegeven wordt, heet dat enkelvoudige argumentatie. 
Terrassen moesten veel eerder open
Mensen gingen met mooi weer  allemaal onverantwoord samenscholen in parken!
Enkelvoudige
argumentatie

Slide 5 - Tekstslide






Als er meerdere argumenten bij een standpunt wordt gegeven. Deze argumenten staan naast en los van elkaar.

Sterkte vorm van argumenteren 
Terrassen moesten veel eerder open
Mensen gingen met mooi weer  allemaal onverantwoord samenscholen in parken!
De horeca gaat 
anders failliet. 
Nevenschikkende argumentatie

Slide 6 - Tekstslide







Daar is sprake van als een argument ondersteund wordt door een of meer subargumenten. (‘onderargument’).

Dat kan zijn in de vorm van een toelichting, een voorbeeld, of er wordt iets nader toegelicht wat in het argument staat.


Terrassen moesten veel eerder open
Mensen gingen met mooi weer  allemaal onverantwoord samenscholen in parken!
In het Rensenpark zaten wel vijftig jongeren zonder afstand bij elkaar. 

Onderschikkende 
argumentatie

Slide 7 - Tekstslide

Het 538-evenement moet WEL doorgaan 
Alleen door dit onderzoek kunnen we weer veilig open
Sommige mensen hebben 4000 euro betaald voor een kaartje.
Onderzoekers kunnen dan zien hoe besmettingen zich verspreiden, 
mmige mensen hebben000 euro betaald voor een kaa
Nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Tekstslide

Nu jullie

Slide 9 - Tekstslide

Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben allemaal hun eigen belangen vooropstaan. Ik ga dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.
A
Onderschikkende argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Enkelvoudige argumentatie
D
Meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 10 - Quizvraag

Ik ga niet meer stemmen 
Bovendien ik ben dan op 
wereldreis
Ze hebben allemaal hun eigen
belangen
Politici zijn niet te vertrouwen 
Meervoudige enkelvoudige argumentatie 

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt wel zien dat zijn ouders veel geld verdienen: hun huis in Nederland staat vol designmeubelen en ze hebben ook nog een chalet in Zwitserland.
A
Onderschikkende argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Enkelvoudige argumentatie
D
Nevenschikkende onderschikkende argumentatie

Slide 12 - Quizvraag

Nevenschikkende argumentatie
Je kunt wel zien dat zijn ouders veel geld verdienen
hun huis in Nederland staat vol designmeubelen
Ze hebben ook nog een huis
in Zwitserland

Slide 13 - Tekstslide

Ajax zal nooit echte topspelers voor een wat langere tijd in het team hebben, want daarvoor heeft de club gewoon niet genoeg geld. Ajax zal dus nooit meer de Champions League winnen.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Nevenschikkende onderschikkende argumentatie

Slide 14 - Quizvraag

Ajax zal nooit echte topspelers voor een wat langere tijd in het team hebben
want daarvoor heeft de club gewoon niet genoeg geld 
Ajax zal dus nooit meer de Champions League winnen.

Slide 15 - Sleepvraag

De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me daar niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en we kunnen bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.
A
Nevenschikkende argumentatie
B
Enkelvoudige argumentatie
C
Nevenschikkende onderschikkende argumentatie
D
Onderschikkende argumentatie

Slide 16 - Quizvraag

De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen 
Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen 
Het is goedkoper dan karten en paintballen 
Je kunt er vrij goedkoop eten 

Slide 17 - Sleepvraag

Bespreken

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag tot 09.40
Opracht 6  8, 9, 10 (7 hebben we net gedaan)
Bladzijde 195 t/m 197

Slide 19 - Tekstslide

Wie heeft er wat gedaan? 
Niets? = X (kruisje)
XX = uur nablijven

Slide 20 - Tekstslide