Nierfalen in relatie tot normale fysiologie

 Nierfalen 

In relatie tot de 
normale nierfunctie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

 Nierfalen 

In relatie tot de 
normale nierfunctie

Slide 1 - Tekstslide

Functies van de nieren

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De urineleider vormt de verbinding tussen blaas en buitenwereld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Vena renalis
Arteria renalis
Medulla renalis
Cortex renalis
Ureter
Pyelum

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Voorurine/ primaire urine
(Terug)resorptie
Filtratie
Lis van Henle
180 liter
Van voorurine naar bloed
Vanuit glomerulus in het kapsel v. Bowman
Van schors naar merg, terug naar schors

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Fysiologie/ werking
De glomerulus is een opgerold haarvat dat in het kapsel van Bowman ligt. Veel stoffen worden 
uit het bloed geperst (=(ultra)filtratie) 
en komen in het kapsel terecht. 
Bloedcellen en de grote eiwitten 
blijven achter in het bloed.


Slide 12 - Tekstslide

Fysiologie/ werking
Vanuit het kapsel van Bowman komt het filtraat (= voorurine = primaire urine), in de proximale 
tubulus terecht.

In beide nieren samen wordt per 
dag zo’n 180 liter primaire urine 
gevormd. 


Slide 13 - Tekstslide

Fysiologie/ werking
In de proximale tubulus, de lis van Henle, de distale tubulus en de verzamelbuis worden o.a. glucose, 
aminozuren en veel natrium en water
geresorbeerd (= teruggehaald naar het 
bloed). 

Afvalstoffen, zoals ureum en creatinine 
worden natuurlijk niet teruggehaald. 


Slide 14 - Tekstslide

Fysiologie/ werking
In de verzamelbuizen kunnen 
ook nog stoffen uit het bloed 
aan de urine worden 
toegevoegd (= excretie).

Zo krijgt de urine zijn 
uiteindelijke samenstelling.

Slide 15 - Tekstslide

Het RAAS speelt in de nieren een belangrijke rol bij....
A
het zuur-base-evenwicht
B
de activatie van vit. D
C
de bloeddrukregulatie
D
de aanmaak van rode bloedcellen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welk hormoon, dat door de nieren gemaakt wordt, stimuleert de productie van rode bloedcellen?
A
Renine
B
Angiotensine
C
Erythropoëtine
D
Hemoglobine

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Welke vitamine wordt o.a. geactiveerd in de nieren.
A
vit. A
B
vit. K
C
vit. C
D
vit. D

Slide 21 - Quizvraag

De nieren zorgen ook voor het zuur-base-evenwicht. De normaalwaarden voor de pH van het bloed liggen tussen....
A
0,6 en 0,8
B
7,35 en 7,45
C
1,6 en 2,2
D
4,5 en 7,5

Slide 22 - Quizvraag

(7,35-7,45)

Slide 23 - Tekstslide

Ureum
Creatinine
Nefron
Glomerulus
Afvalstof in het bloed uit de eiwitafbraak
Afvalstof in het bloed uit de spieren
Zo wordt het zuiveringsstation van de nieren ook wel genoemd
De kluwen van kleine bloedvaten waar afvalstoffen het bloed verlaten

Slide 24 - Sleepvraag

Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie van water in de nieren. Indien er meer ADH hormoon aanwezig is dan normaal, dan zal er...
A
meer voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
B
evenveel voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
C
minder voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
D
C. evenveel voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Nierfalen
- Acuut: ontstaat snel door acute aandoening; is mogelijk nog te herstellen.

- Chronisch: ontstaat langzaam door (combinatie van) chronische aandoeningen óf is gevolg van acuut nierfalen; geen of minimaal herstel van nierfunctie.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Oorzaken acuut nierfalen
Er zijn vele oorzaken voor acuut nierfalen. Deze oorzaken kunnen onderverdeeld worden in:
- pre-renale oorzaken: oorzaak ligt voor de nieren
- renale oorzaken: oorzaak ligt in de nieren
- post-renale oorzaken: oorzaak ligt na de nieren

Slide 30 - Tekstslide

Wat is een pre-renale oorzaak van nierinsufficiëntie (acuut of chronisch)?
A
Hypovolemische shock
B
Hypertensie
C
HyperthyreoÏdie
D
Ziekte van Parkinson

Slide 31 - Quizvraag

Wat is geen (!) renale oorzaak van nierinsufficiëntie (acuut of chronisch)?
A
Diabetes
B
Glomerulonefritis
C
Hypertensie
D
Vitamine K intoxicatie

Slide 32 - Quizvraag

Wat zie je op deze afbeelding?
A
Niercarcinoom
B
Hydronefrose
C
Cystenier
D
Pyelitis

Slide 33 - Quizvraag

Mensen met (acuut) nierfalen kunnen last hebben van jeuk en misselijkheid. Door welke stof in het bloed komt dit?
A
Natrium
B
Kalium
C
Bilirubine
D
Ureum

Slide 34 - Quizvraag

Behandeling (acute) nierinsufficiëntie
- Voorkomen van (verergering van) schade door onderliggende oorzaak te behandelen. 
- Bloeddruk binnen normaalwaarden houden
- Behoud van juiste concentratie zouten in het bloed
- Behoud van zuur-base-evenwicht
- Voorkómen van vergiftiging door afvalstoffen
- Zo nodig suppletie van Epo en actief vit. D

Slide 35 - Tekstslide

Dieetmaatregelen bij nierfalen
Positief effect 
Negatief effect
Geen effect
Minder natrium
Meer kalium
Meer vocht
Minder glucose
Meer eiwit
Minder zoete drop
Minder zoute drop

Slide 36 - Sleepvraag

Wanneer dieetmaatregelen en/of medicatie niet voldoende helpen, moet iemand gaan dialyseren.

Wat zijn de twee hoofdvormen van dialyse?
A
Continue dialyse en intermitterende dialyse
B
Hemodialyse en peritoneaaldialyse
C
Pre-renale dialyse en postrenale dialyse
D
Cardiale dialyse en hepatische dialyse

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Hoeveel procent van een normale nierfunctie kan worden overgenomen door middel van dialyse?
A
15
B
30
C
60
D
90

Slide 40 - Quizvraag

Wanneer de nieren blijvend ernstig beschadigd zijn, wat is dan de beste behandeling?
A
Streng dieet
B
Medicatie die de nierfuncties overneemt
C
Dialyse
D
Niertransplantatie

Slide 41 - Quizvraag

Urineweginfectie (UWI)
1. Etiologie: Bacterie, Escherichia coli (80-90%)
2. Pathogenese: Bacteriën uit het darmkanaal, via urethra
3. Cystitis: blaas > pijn, frequente mictie, soms hematurie
4. Pyelonefritis: ook de nier(en) > koorts, flankpijn, mailaise, sepsis


Slide 42 - Tekstslide

Het volgende.. Labwaarden:) 
Opdracht:
• Werk in een groepje, het is de bedoeling dat er 6 groepjes ontstaan
• Welke labwaarden heb jij op je lijstje?
• Schrijf achter “normaalwaarde” de normaalwaarden die we hanteren
• Schrijf in de tweede kolom het volgende:
o  Wat is de indicatie voor afname van deze labwaarde?
o Wat betekent het als de waarde lager of hoger is dan de normaalwaarde?
• Als alle groepjes klaar zijn, wordt de inhoud kort nabesproken
• Lever je uitwerking in bij de docent. De uitkomsten worden samengevoegd en komen later in het lesblok terug als spel😊

Slide 43 - Tekstslide