GS1 Republiek van Weimar_nabeschouwing
1 / 17
Lesduur is: 12 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Hoe heet de fascistische leider van Italië?
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent: "Il Duce"
Slide 3 - Open vraag
In welk jaar kwam Mussolini aan de macht.
A
1919
B
1922
C
1927
D
1933
Slide 4 - Quizvraag
Mussolini wilde....
A
Vreedzaam met andere landen samenleven.
B
De hele wereld veroveren.
C
Een sterk rijk veroveren rond de Middellandse Zee, zoals de Romeinen hadden gehad.
D
Samen met Duitsland Europa veroveren.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is fout? Het fascisme was populair, omdat
A
men teleurgesteld was in het verloop van WO I
B
men teleurgesteld was in de democratie
C
Het economisch heel goed ging in Europa
D
men teleurgesteld was in de vredesafspraken van Versailles
Slide 6 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort niet bij het fascisme van Mussolini?
A
Geweld is goed
B
Democratie is slecht
C
Joden zijn slecht
D
Nationalisme is belangrijk
Slide 7 - Quizvraag
Wat hoort er bij: "antidemocratisch"
A
tegen verkiezingen
B
tegen onpartijdige rechtspraak
C
tegen vrijheid van meningsuiting
D
alle antwoorden zijn goed.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet de Nederlandse fascistische partij die in de jaren '30 wordt opgericht.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Video
Wie heeft de macht in Rusland in 1916?
A
Tsaar Nicolaas
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II
Slide 11 - Quizvraag
Wie is deze man?
A
Tsaar Nicolaas II
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II
Slide 12 - Quizvraag
In welk jaar komt Lenin aan de macht?
Slide 13 - Open vraag
In welk jaar komt Stalin aan de macht?
Slide 14 - Open vraag
Wat is geen kenmerk van een totalitaire staat?
A
Gebruik van geweld door de overheid
B
Er is een ideologie waar iedereen in moet geloven
C
De staat controleert alle communicatie-mogelijkheden
D
Er is onafhankelijke rechtsspraak
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Hoe heet Duitsland tijdens het interbellum?
