H5 P4: Leerlingen

H5 P4: 
Machtige koningen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5 P4: 
Machtige koningen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen P4
  • Je kunt uitleggen wat het betekent als een koning absolute macht heeft.

  • Je kunt uitleggen op welke twee manieren sommige koningen meer macht probeerden te krijgen.

  • Je kunt uitleggen dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw.

Slide 2 - Tekstslide

Koningen van Europa
  • In de meeste landen in Europa was de macht in handen van een koning. Veel koningen deelden macht met de adel.

  • Al lang probeerden koningen hun macht te vergroten en de macht van de adel te verkleinen. 

  • Zij wilden een centraal bestuur: het land vanuit één plaats besturen, waarbij overal dezelfde wetten en belastingen gelden.


Slide 3 - Tekstslide

Absolute macht
  • In de 17e eeuw lukt het koningen om hun macht te vergroten.

  • Sommigen verkregen zelfs absolute macht. Dat betekent dat alle macht in handen is van één persoon.

  • De koning nam alle beslissingen en iedereen moest hem gehoorzamen. Die manier van besturen heet absolutisme.

Slide 4 - Tekstslide

Lodewijk XIV van Frankrijk: 
De eerste koning met absolute macht

Slide 5 - Tekstslide

De "Zonnekoning"

Slide 6 - Tekstslide

Macht vergroten (1)
  • Ten eerste zegt Lodewijk dat God hem direct de macht had gegeven om als een vader voor zijn volk te zorgen.

  • De wetten van de koning waren volgens hem dus besluiten van God! Daarom vond hij het ook belangrijk dat iedereen katholiek was. Het protestantse geloof verbood hij.

  • Iedereen moest hem gehoorzamen, je mocht geen kritiek op de koning hebben.

Slide 7 - Tekstslide

Macht vergroten (2)
  • Ten tweede nam Lodewijk verschillende maatregelen om de macht van de adel te verkleinen. 

  • Hij benoemde zelf ambtenaren. 
  • Ook richt hij een eigen leger op van goed getrainde en bewapende soldaten.

  • Door deze twee maatregelen was Lodewijk niet meer afhankelijk van de adel.

Slide 8 - Tekstslide

Nederland en Europa
  • De meeste landen in Europa werden door koningen bestuurd. Een aantal koningen kreeg zelfs absolute macht. 

  • In de Nederlanden hadden de Spaanse koningen ook geprobeerd hun macht te vergroten

  • Dat had geleid tot een opstand en de oprichting van de Republiek. 


Slide 9 - Tekstslide

Een bijzonder land.
De Republiek was om een aantal redenen een bijzonder land.

  •  Ten eerste hadden in de Republiek rijke burgers  (regenten)                                                                    de macht, en niet een koning.

  • Ten tweede had de Republiek geen centraal bestuur.                                                                                     De zeven gewesten namen elk hun eigen besluiten                                                                                           over wetten, rechtspraak en belastingen. Werken wel samen.
 
  • Ten derde was er in de Republiek verdraagzaamheid. Je werd niet vervolgd als je een ander geloof of andere mening had.

Slide 10 - Tekstslide